Op route door Thailand (deel 1)

20 juli 2013 - Sihanoukville, Cambodja

Beste allemaal,

Tijdens onze rondreis die ons vier weken door Prahtet Thai voert –Thailand, het land van het volk- reizen we van het zuiden naar het uiterste noorden,waarna we via het Mekongdal langs de grens met Laos afreizen richting Cambodja. Thailand, het hart van Zuidoost Azië, gelegen tussen de Indische oceaan en de Zuid-Chinese zee. We ontmoeten er de bergvolkeren die leven in de bosrijke bergen in het noorden en bezoeken het armste deel van het land: het noordoosten, via een prachtige dorpenroute door het Mekongdal. In het zuiden -met 2500 kilometer kustlijn- zijn we o.a. benieuwd naar de wederopbouw en het herstel na de tsunami die vooral dit deel van Thailand in 2004 zwaar heeft getroffen. Ook verblijven we een aantal dagen in de hoofdstad Bangkok, één van de meest vervuilde en door files geplaagde steden ter wereld.

We merken niet alleen dat Thailand een erg onafhankelijk land is, maar dat ook dat het noorden en het zuiden grote verschillen kent qua bewoners, cultuur en natuur. De mensen geven ons de indruk, dat ze in het bezit zijn van alle primaire leefbenodigdheden. Ze zien er verzorgd uit en zijn goed gekleed én hebben –uiteraard- bijna allemaal een mobiel. Of de Thai een hardwerkende persoon is? Één ding is zeker, alles gebeurt hier met handkracht. Hoe groot of hoe zwaar ook! En voor de rest liggen, hangen of zitten ze de hele dag. Het liefst met de hele familie –zo lijkt het- in hun eetstalletje of winkeltje. Te kijken en vooral druk zijn met... ‘niets doen’!

De Koninklijke familie staat aan het hoofd van de Thaise maatschappij. Overal waar we zijn, hoe klein en hoe afgelegen een dorp ook ligt, er is altijd een portret van de Koninklijke familie te zien. De huidige koning Rama IX geniet dan ook zichtbaar veel respect. Hij is de langst regerende monarch ter wereld –sinds 1946-. Koningschap en religie zijn in Thailand onlosmakelijk met elkaar verbonden doordat Rama IX een boeddhistische monnik is geweest. Hierdoor heeft de monnikenklasse in Thailand een zeer hoog aanzien. De Thai geloven ook dat hun koninkrijk juist zijn kracht dankt aan het boeddhisme, de monarchie en het nationale bewustzijn. We raken bij een bezoek aan een tempel in het Mekongdal in een fascinerend gesprek met een monnik. Tijdens een boeddhistische zuiverings-ceremonie wenst hij ons, onder het genot van een échte kop Thaise (D.E.!) koffie, een veilige en behouden reis toe.

We zitten in het moessonseizoen wanneer we Thailand bezoeken. De zuidwestmoesson brengt vooral regen, héél véél regen. De eerste twee weken vallen hierdoor bijna letterlijk in het water. Het regent voor ons gevoel bijna onafgebroken. We moeten er daarom dan toch écht aan geloven… en kopen twee paraplu’s. Heel af en toe breekt de zon door en ook dan is de paraplu erg welkom! De zonnesterkte in Thailand is namelijk aanzienlijk. Zelfs bij bewolkt weer is de zonnekracht even sterk als op een hete zomerse dag in Spanje. De Thai geloven dat hun gezondheid, rijkdom en geluk afhankelijk is van de rijstcyclus die wordt bepaald door het komen en gaan van de moessonregens. De Thai eert daarom nog steeds de rijstgodin die zorgt voor een overvloedige oogst. De rijstkorrel bevat volgens de Thai een geest en wordt in het regenseizoen geplant om ‘zwanger’ te raken. –rare jongens die Thai-.

Wanneer je van plan bent een bezoek te brengen aan Thailand mag je Noord- Thailand absoluut niet overslaan. De prachtige natuur, de ‘Wats’ –tempels-, de bosrijke bergen, de heerlijke warm-waterbronnen,de geisers en de fantastische natuurlijke baden, het schitterende Mekongdal met haar drielandenpunt Myanmar-Laos-Thailand, de bergvolkeren -waaronder ontmoetingen met de ‘langnekvrouwen van de Padaung’, het Karen-, het Lisu-, en het Akhavolk- zijn absoluut de moeite waard.

Sawadee!
Martin en Margrethe

Fang - Mae Sai (33)


Dag 228 - Woensdag 12 juni 2013
Vandaag passeren we de grens van Maleisië met Thailand. Voor ons toch wel een ‘spannende’ dag, omdat we totaal niet weten hoe het is om met een Australische auto een landsgrens in Azië te passeren. Natuurlijk zijn we in het bezit van het ‘Carnet’ voor de auto en hebben we onze visa in orde, maar toch... Er zijn vanuit Maleisië maar liefst zeven grensovergangen met Thailand. We kiezen ervoor om bij Bukit Kayu Hitam de grens over te steken. Dit is één van de twee meest veilige grensovergangen. Vanwege de aanhoudende onrust in de drie zuidoostelijke, overwegend islamitische provincies van Thailand, wordt het toeristen aangeraden deze streek te mijden en een meer veilige grenspassage op te zoeken.

We gaan weer even terug in de tijd. De tijd van Europa én grenzen vóór 1992. We moeten eerst door de douane om Maleisië uit te kunnen, komen daarna in een stukje ‘niemandsland’ om ons vervolgens te melden bij de Thaise douane. Maleisië zijn we binnen vijf minuten uit, na de exit-stempel in het paspoort kunnen we gewoon doorrijden. We verbazen ons erover dat het Carnet niet afgestempeld wordt. Bij binnenkomst in Kuala Lumpur hebben we namelijk een entrée-stempel gekregen en bij vertrek moeten we natuurlijk een exit-stempel hebben. Daar heeft de Australische overheid ons nog nadrukkelijk op gewezen, dus we stoppen de auto net voorbij de grens en Martin loopt terug naar een Maleise douanebeambte. -Tja, dat noemen ze dan ‘eigen initiatief’- Natuurlijk moeten we een exit-stempel hebben en binnen 10 minuten rijden we ‘niemandsland’ binnen… met exit-stempel!

Omdat we er zeker van willen zijn dat de auto bij de Thaise grens het land binnengelaten wordt -voordat ons paspoort afgestempeld wordt en we zonder auto in Thailand staan- lopen we naar een loket waar met grote letters ‘Registration Cars and Trucks’ op staat. Wanneer we aan de beurt zijn, overhandigen we het Carnet aan de dame achter het loket en krijgen het net zo snel weer terug. Gaat dat zo snel? ‘No good!’, zegt ze in gebrekkig engels. ‘Yes, very good!’, zeggen we en geven het Carnet weer terug. ‘No good in Thailand!’, zegt ze weer. Gelukkig staan op de achterkant van het Carnet de landen opgesomd waar het Carnet geldig is. We laten het rijtje aan haar zien en zeggen: Look… Here… Malaysia, Myanmar, Laos, Bhutan, India’. Eeuhm… Waar staat Thailand? Huh, Thailand staat er niet op! Nog een keer kijken…Nee, Thailand staat er echt niet op! Hoe kan dat nou? -En het is hier al zo warm-.

‘You need other form’, zegt ze, ‘this no good!’ We kijken om ons heen en zien op een afstandje een aantal douanebeambten staan. ‘You speak English?’, doet het altijd erg goed en deze zin gooien we daarom maar gelijk in de groep. Een oudere Thai met de meeste strepen op zijn colbert stapt op ons af en zegt: ‘What’s the problem?’. We leggen hem uit dat we een Carnet hebben, dat we met onze eigen auto reizen en dat het Carnet niet geldig is. Ook hij vertelt ons wat de dame achter het loket ook al zei, maar hij vraagt ons hoe lang ons verblijf in Thailand is. ‘Maximaal een maand, waarna we richting Cambodja gaan’, is ons antwoord. ‘Come with me’, zegt hij en we lopen weer richting het loket. Hij spreekt de dame achter het loket in vloeiend Thais aan –we krijgen opeens zelfs een voorkeursbehandeling omdat we niet opnieuw hoeven aan te sluiten in de wachtrij- en hij vraagt ons waar de auto staat. ‘Do you have registration of your car?’, vraagt hij. ‘Yes, the registration is our Carnet’, zeggen we en overhandigen hem het Carnet. In het Carnet staan namelijk alle details van de auto; van het chassisnummer tot aan het type radio dat er in zit. Nu staat er ook in dat het een Nissan is. Maar geen type, dus niet ‘Patrol’. Wanneer hij vraagt wat voor type auto we hebben, zeggen we: ‘Een Nissan Patrol’. ‘I don’t see this in the Carnet’, zegt hij. ‘No, that’s right Sir’, zeggen we omdat een Patrol in Azië anders heet. Van Japanse origine heet de Nissan Patrol namelijk ‘Nissan Safari’. ‘I need registration for Patrol’, zegt hij. ‘Come with us to our car’, zeggen we, ‘You can see it on the back of the car’. ‘No, I need registration!’, zegt hij dwingend. -En het is hier al zo warm!-

Het schiet ons te binnen dat we bij de waardebepaling van de auto in Perth een brief hebben gekregen van de Nissan dealer. Het is dan wel niet een officieel document, maar hierin staat wel het type van de Nissan beschreven. Martin sprint naar de auto en na vijf minuten komt hij terug met de brief. Hier staat inderdaad het type beschreven en hij overhandigt de brief. ‘OK, thank you’, zegt de douanier en vervolgens geeft hij de dame achter het loket opdracht om onze formulieren in orde te maken. ‘Only one month stay and then you leave, otherwise you get fine of 900.000 baht’. -omgerekend € 21.850,- ‘And you need to buy car-insurance’, zegt hij, maar dat wisten we al. Wanneer je de grens over bent, kun je bij werkelijk iedere kiosk een autoverzekering afsluiten, binnen één minuut geregeld! -Bij dezelfde kiosk kun je overigens ook gewoon noodle-soep en fried rice krijgen, of wat je ook maar wenst-

´Wait here and your paper will be ready any moment, you can enter Thailand now with your car. I am leaving now for lunch´, zegt hij. We bedanken hem vriendelijk voor zijn hulp en wachten buiten op het douaneformulier. Wanneer hij ons met zijn auto passeert, roept hij ons nog toe, dat we de datum ‘van het land weer uitgaan’ wel goed moeten controleren. ´Sometimes they make mistake´,zegt hij nog en weg is hij. Na tien minuten krijgen we eindelijk ons formulier en checken natuurlijk gelijk de datum van vertrek! We lezen: Expiry date 10 juli 2557. Huh? Oh ja, hier geldt de boeddhistische jaartelling –de dood van Boeddha gedateerd op 543 v. Chr-. Het klopt dus! We vullen nog een immigratieformulier in en laten onze paspoorten afstempelen. We stappen in de auto en kunnen Thailand binnen rijden. –Yesss, we’re in!-. We kopen direct een autoverzekering voor een maand voor 270 Baht - €6,50- en maken onze eerste meters in Thailand.

Het is iedere keer verrassend om de verschillen te zien, wanneer we een grens passeren. De hoofdweg vanuit Maleisië is veranderd in een drukke en levendige secundaire weg waarbij we moeten uitkijken, dat we niet in de diepe gaten in de weg rijden of tegen tegemoetkomend verkeer op dezelfde rijbaan aan knallen. -verkeersregels zijn ook hier kennelijk ingevoerd om overtreden te worden-.

Georgetown - Hat Yai (3)Georgetown - Hat Yai (4)Georgetown - Hat Yai (5)

We gaan vandaag naar Hat Yai, de hoofdstad van het zuiden. In het diepe zuiden van Thailand is het toerisme nauwelijks tot ontwikkeling gekomen vanwege het toenemende geweld door moslimextremisten die autonomie eisen. We merken er zelf gelukkig erg weinig van, maar dat komt waarschijnlijk omdat we de onveilige provincies mijden. Bij een kiosk sluiten we een 3G-abonnement af voor circa € 20,- waarmee we een maand lang onbeperkt kunnen bellen en internetten.


Dag 229 - Donderdag 13 juni 2013
Waar Thailand vooral bekend om staat, zijn de prachtige ‘Wats’ -oftewel tempel-complexen-. Eén Wat bestaat vaak uit verschillende gebouwen die bij elkaar staan binnen een omheining. Het zijn kleurrijke en prachtig vormgegeven gebouwen. Elk gebouw heeft haar eigen functie; zo is er een boeddhistisch klooster, een tempel en een gemeenschapscentrum. Er zijn ongeveer 30.000 Wats in Thailand waarvan de bouw vaak gefinancierd wordt door de rijken. Toch is er veel onderscheidt in het soort Wat. Simpel gezegd zijn er 180 belangrijke Wats in Thailand; deze zijn veelal gesticht door het koningshuis of ze herbergen zeer vereerde voorwerpen.

Bijdragen aan een Wat’ is een goede manier om verdienste te verwerven. Hierdoor neemt men de verantwoordelijkheid voor het eigen kharma (lot). Feitelijk betekent dit volgens ons dat goede daden leiden tot goede resultaten, zoals geluk of een fortuinlijker bestaan in een volgende incarnatie. We hebben in Thailand heel veel Wats gezien en een aantal indrukwekkende bezocht. Daarbij hebben we veel boeddhistische rituelen mogen aanschouwen. Veel Thai gaan naar een Wat in de buurt en brengen vooral offers of luisteren naar het gezang en de gebeden van de monniken. In iedere hoek of entree van een Wat staat een donatiebus –waar wij op een gegeven moment de geloofwaardigheid ervan in twijfel begonnen te trekken omdat alles, maar dan ook alles commercieel wordt ingevuld-.

Hierbij willen we niet voorbij gaan aan het verschil in entreegeld voor de lokale bevolking en de ‘foreigners’. Met grote letters wordt aangegeven, dat de buitenlander of toerist gewoon vijf tot tien keer meer moet betalen dan de Thai. Dit blijft een vreemd fenomeen, vooral omdat we iedere keer het gevoel krijgen dat ze ons een poot uitdraaien. -maar zo is deze wereld hier-. We moeten zeggen dat het ons toch vaak lukt, om voor de ‘Thai-prijs’ binnen te komen.

Het is een regenachtige dag in Hat Yai. We vinden een ‘bookstore’ waar we een routekaart van Thailand aanschaffen. We rijden door het drukke centrum en stoppen bij de Wat Hat Yai Nai. Een groot tempel-complex midden in het centrum.

Hat Yai - TrangHat Yai - Trang (2)

Onvoorstelbaar, we rijden door nauwe straatjes en opeens staan we midden op het terrein. Het bijzondere aan deze tempel is, dat zich hier het op twee na grootste liggende Boeddhabeeld ter wereld bevindt. –of dit ook werkelijk zo is weten we niet, want bij iedere Wat die we bezichtigen, lezen we dat het de grootste, de meest unieke of de enige liggende Boeddha ter wereld is en we nemen het daarom maar ter kennisgeving aan-.

Hat Yai - Trang (3)Hat Yai - Trang (4)Hat Yai - Trang (5)

Ook vinden we weer de fruitkarretjes met de stokjes! En het smaakt heerlijk!

Hat Yai - Trang (6)Hat Yai - Trang (7)Hat Yai - Trang (8)

De route naar Trang is regenachtig. Het is vooral laagland waar we door heen rijden. Er bevinden zich veel rubberboom-plantages. Onder aan de stam van de rubberboom wordt een verticale snede in de schors gemaakt waar een stalen pijpje in wordt geslagen. Hierlangs drupt de rubber of latex in een bakje. Het is een langdurig proces, maar toch zeer winstgevend. Van de rubber of latex worden o.a. matten gemaakt.

Hat Yai - Trang (12)Hat Yai - Trang (11)Hat Yai - Trang (10)


Dag 230 - Vrijdag 14 juni 2013
We overwegen om vanuit Krabi een boot naar Ko Phi Phi, een eiland voor de Andamanse kust, te nemen. Het moet een adembenemend eiland zijn, maar het weer blijft onze spelbreker. Vaak zijn, door de zuidwestmoesson, de diverse eilanden van juni tot oktober sowieso niet bereikbaar en de vooruitzichten zijn niet veel beter, dus we zien er van af. –we komen vast en zeker nog wel meer ‘paradijsjes’ tegen tijdens deze reis-

We rijden naar de ‘Tijgergrottempel’, de Wat Tham Sua.

Trang - Krabi (18)Trang - Krabi (23)Trang - Krabi (25)Trang - Krabi (26)

Hier klimmen we naar de hoogste top van de rots via een steile trap met maar liefst 1.237 treden. Soms is de trap zo steil, dat we elkaar in de gaten moeten houden dat er geen misstap wordt gemaakt, die ons een rare val zou kunnen opleveren. Het is een uitputtende klim van dik een uur én ook nog eens in de regen.

Trang - Krabi (28)Trang - Krabi (29)

We vragen ons af of de monniken deze klim iedere dag maken. Er zijn vandaag in ieder geval maar weinig mensen die de klim maken, want we komen slechts twee toeristen tegen. Maar… het uitzicht maakt héél véél goed. Boven op de rots staat een groot Boeddhabeeld en vinden we de voetafdruk van Boeddha. Het uitzicht vanaf deze rots is werkelijk fantastisch te noemen. –schitterend!-.

Trang - Krabi (30)Trang - Krabi (34)Trang - Krabi (36)Trang - Krabi (39)Trang - Krabi (42)Trang - Krabi (41)Trang - Krabi (44)Trang - Krabi (46)

Na de afdaling van drie kwartier hebben we lood in onze benen. -dit bleek achteraf een grotere uitputtingsslag dan gedacht…-

Trang - Krabi (49)Trang - Krabi (50)


Dag 231 - Zaterdag 15 juni 2013
We bevinden ons in de Phanggabaai, een imposant landschap van 400 km2. Hier staan vrijstaande kalksteenrotsen bijna loodrecht in het zeewater. Sommige hebben een hoogte van wel 300 meter. Overal zijn smalle tunnels en zeegrotten zichtbaar. De golfslag tegen de voet van de enorme rotsen zorgt ervoor, dat er mooie formaties gecreëerd zijn.

Krabi - Patong (18)Krabi - Patong (29)

Aan de noordkant van de baai is een groot mangrovebos. We willen proberen om een longtailboat te vinden die ons naar het vissersdorp Panyi én naar het ‘James Bond Island’ kan varen. Dit eiland is wereldberoemd vanwege zijn locaties in de James Bond-film ‘The man with the Golden Gun’ –voor de kenners: met Roger Moore uit 1974-.

James Bond Island

We rijden via een onverhard pad door het bos naar één van de mangrovekanalen. Hier vinden we een dorpje met enkele steigers waar de longtailboten liggen.

Krabi - Patong (2)Krabi - Patong (3)Krabi - Patong (4)

Gelukkig weten we vooraf dat het weer een kwestie van langdurig onderhandelen wordt om te komen tot een geschikte prijs. We blijven vaak in de auto zitten en horen eerst het ‘tranentrekkend’ verhaal van de tegenpartij aan, voordat we onze prijs noemen. Dit keer krijgen we écht een hoofdprijs aangeboden! Bijna schandalig, maar het hoort bij het ‘prijzenspel’. We stappen toch maar uit de auto en kijken op de kaart. We laten de kapitein eerst zien welke locaties we willen bezoeken. Het regent behoorlijk, dus we laten hem merken dat hij met een juiste prijs moet komen om ons mee te krijgen. Je moet je voorstellen dat een tochtje met een privé-longtailboat in Bangkok ongeveer 250 baht (ca. €6,-) per uur mag kosten. Omdat het hier toeristisch is en de tocht twee uren duurt, ligt de prijs hoger, maar dat begrijpen we. Één boot kan ongeveer 15 tot 20 mensen vervoeren, dus hoe meer zielen hoe meer vreugd. Nu zijn wij vandaag ‘slechts’ met z’n tweetjes en krijgen we een hoofdprijs van 1.500 baht aangeboden. Daarna komt hij met een verrassingsprijs van 1.000 baht p.p. dus we stappen weer in de auto en rijden langzaam weg. Hij loopt snel achter ons aan, vraagt wat wij dan willen betalen en uiteindelijk zitten we voor 500 baht p.p. in zijn boot. -zo werkt dat hier nu eenmaal-.

De longtailboat is een elegante houten boot. We gaan uit voorzorg helemaal voor in het bootje zitten vanwege het oorverdovende lawaai dat veroorzaakt wordt door de stinkende aangepaste dieselmotor -waarschijnlijk uit een auto of vrachtwagen gesloopt- die achterop hangt. Voordat we vertrekken wordt de vin aan de lange aandrijfas voor de schroef nog even rechtgebogen tussen de houten delen van de steiger en… ‘off we go!’ Aan de boeg van de boot zitten een paar sjaals vastgebonden die geluk en bescherming bieden tijdens de tocht. We hebben dit geluk en deze bescherming écht wel nodig, want onze kapitein heeft de veiligheid van de passagiers niet erg hoog in het vaandel. Of dit nu komt door de prijs of omdat de boot simpelweg niet stabieler is, maar wanneer we op open zee komen, gaat het er ruw aan toe. De enige bescherming die we hebben zijn de verstelbare plastic ‘luifels’ aan de zijkant van de boot –die ons zicht belemmeren zodra we ze omhoog schuiven- en het plastic dak boven ons hoofd. Daarbij komt ook nog dat we vol in een zware regenbui terecht komen en het water werkelijk via onze broekspijpen omhoog kruipt. Met andere woorden; we houden het niet langer droog!

Krabi - Patong (11)Krabi - Patong (12)

Het dorp op de palen, Payin, varen we daarom ook voorbij zonder een dorp of paal te zien. We zien helemaal niks! Het zit potdicht! Onze kapitein belooft, dat we op de terugreis het dorp wel zullen zien en dat we er zelfs even zullen aanmeren. Hij schreeuwt dat de buien vaak kort zijn, maar wel hevig en dat we eerst richting het ’James Bond Island’ varen en daarna terugvaren via Payin.

We naderen het eiland Ko Khao Phing Kan; dit eiland is met name bekend door de James Bond-film waarin men de scène kan zien waarin deze ‘wereldberoemde rots’ boven het water uitsteekt. Onze schipper had gelijk, want zo snel als de bui begon, zo snel is deze ook weer opgehouden.

Krabi - Patong (13)James Bond IslandKrabi - Patong (14)

We varen om de rotsformatie en koersen daarna richting het vissersdorp Panyi, het dorp op palen. Er wonen ongeveer 120 gezinnen, die overwegend moslim zijn en hierdoor staat er zelfs een moskee… op palen. De mensen in dit dorp leven vooral van de verkoop van garnalen, vispasta en vissaus.

Krabi - Patong (22)Krabi - Patong (23)Krabi - Patong (26)Krabi - Patong (28)

De vaarroute door het mangrovebos is prachtig. Waar we in Australië bij Darwin ook door een mangrovebos voeren, zo anders oogt het bos hier. Het vergt enige stuurkunst van de schipper, maar hij loodst ons er behendig doorheen.

Krabi - Patong (8)Krabi - Patong (9)Krabi - Patong (19)Krabi - Patong (31)

We vervolgen onze route naar Phuket, het grootste schiereiland van Thailand. Dat dit een populaire vakantiebestemming is, merken we wanneer we Hat Patong binnenrijden. Het zijn allemaal chique hotels en het dorp wemelt van de kuuroorden, bierkroegen, disco’s en restaurants. Maar goed, we willen het bruisende nachtleven hier wel proeven en pakken een ‘songthaews’ –een open taxibusje met twee rijen stoelen- richting het centrum.

We worden afgezet bij de Barstreet en hier begint het feest! Het is één grote seksindustrie. Naast de duizenden (blanke en westerse) toeristen worden we overspoeld door de aanbiedingen voor de diverse shows. We krijgen een soort van menukaart te zien waarop allemaal genummerde shows staan genoemd: pingpongshow, frogshow, birdshow, fishshow, candleshow, lesbianshow... De invulling van iedere show kunnen we wel raden. Voor iedere show hebben we gratis toegang, maar voor een drankje moet je de hoofdprijs betalen. Een biertje kost minimaal 900 Bath (€ 24,-). We lopen langs de shows en de kroegen, we drinken wat en kopen een portie flensjes met banaan, ei en chocolade bij een eetstalletje. Wanneer de regen met bakken uit de lucht valt, springen we snel in een songthaews richting slaaplocatie. -Bye, bye, zwaai, zwaai, Hat Patong!-


Dag 232 - Zondag 16 juni 2013
Omdat we het gezellige en bovenal toeristische Phuket niet geheel over één kam willen scheren -na onze stapavond gisteravond- gaan we naar het mooie strand langs de westkust. Natuurlijk kan een duik in zee niet ontbreken! We parkeren onze auto langs de hoofdweg bij een publieke douche en wandelen het strand op. Kijkje naar links… ongeveer 500 mensen, kijkje naar rechts… ongeveer het dubbele, kijkje richting zee… allemaal mensen! Het is nog geen 12:00 uur, maar kijkje naar links… het bier vloeit rijkelijk, kijkje naar rechts... daar ook! Volop gezelligheid, maar hier blijven we waarschijnlijk niet lang. OK, we komen voor een duik in zee, maar door de sterke stroming is dit bijna niet mogelijk. Menig zwemmer komt met zijn handen om zijn zwembroek geklemd weer boven water, vrouwen vrezen voor hun bikinitop en sommige zwembroeken spoelen zelfs zonder eigenaar aan! We stappen onder de douche en rijden via het zuidelijkste punt van Ko Phuket naar Phuket-stad.

Patong - PhuketPatong - Phuket (5)Patong - Phuket (7)Patong - Phuket (9)

Natuurlijk bestaat Phuket niet alleen uit massa-toerisme, sexshows en bier, maar heeft het ook veel culturele en historische attracties en zijn de heuvelachtige binnenlanden weelderig begroeid. Op de zuidelijkste punt en de noordoostkust van Phuket hebben we werkelijk schitterende uitzichten!

Patong - Phuket (14)Patong - Phuket (21)Patong - Phuket (17)Patong - Phuket (13)

Ook heeft Phuket een aantal mooie tempels om te bezichtigen, waaronder de Wat Chalong.

Patong - Phuket (24)Patong - Phuket (25)Patong - Phuket (27)Patong - Phuket (31)Patong - Phuket (33)Patong - Phuket (35)Patong - Phuket (36)Patong - Phuket (38)

Het valt ons op hoe rustig het in Phuket-stad is vergeleken met Hat Patong. Wanneer we ’s avonds door het centrum lopen, vinden we een klein eetstalletje op de markt. De Kaw Pat Gai smaakt ook hier weer heerlijk!

Patong - Phuket (22)


Dag 233 - Maandag 17 juni 2013
Via de Sarasinbrug -700 meter lang- verlaten we Phuket.

Phuket - Ranong (6)Phuket - Ranong (3)Phuket - Ranong (4)

De route voert ons langs de Andamanse Zee naar de grensplaats Ranong bij Myanmar. Dit deel van Thailand heeft veel warmwaterbronnen. Met een temperatuur van 65 graden is het water te warm om in te baden, maar veel baden worden afgekoeld naar 42 graden. We willen in Ranong een hotspring bezoeken en gaan daarom vandaag veel kilometers maken.

Waar we heel erg over verbaasd zijn, is de wederopbouw en het herstel  van de tsunami die vooral dit deel van Thailand in 2004 heeft getroffen. Er is in onze beleving weinig tot niets meer zichtbaar van de ramp die dit land heeft getroffen, vooral de materiële schade en de natuur lijkt te zijn hersteld. Alle huizen zijn weer opgebouwd en de wegen zijn prima begaanbaar. Wij hebben geen monumenten of gedenktekens gezien die het land herinneren aan deze waterramp. Of de Thai dit bewust doet, is voor ons een vraag. We hebben slechts één enkel bord gezien dat verwees naar een ‘tsunami-museum’.

De route naar Ranong is lang, het regent weer en onderweg zijn weinig eetstalletjes te vinden. We stoppen bij een soort van ‘rest-area voor scooters’ –langs de wegen staan heel veel schuilhokjes voor scooter- en brommergebruikers-. Zelfs langs de snelwegen staan borden waarop aangegeven wordt, dat er over x-meter een schuilplaats is. We pakken een oud gebruik weer op: zelf koken. Wat is er dan lekkerder, dan zelf pannenkoeken bakken tijdens een flinke regen- en onweersbui. Wanneer de mensen voorbij rijden, kijken ze eerst verbaasd om vervolgens te moeten lachen om onze kookkunsten. En dit, terwijl ze zelf altijd en overal hun kookkunsten uitoefenen!

Phuket - Ranong (7)Phuket - Ranong (8)

Aangekomen in Ranong vinden we een slaapplek bij ‘Après Ski Guesthouse’. Dit kan alleen maar van een Europeaan zijn, toch? En ja hoor, wanneer we de eigenaar bellen, komt ‘Der Jens’ binnen fünf Minuten met zijn kind achterop de scooter, aanrijden. Hij denkt kennelijk dat we Duitsers zijn, want hij begint ons, in zijn moedertaal, alles te vertellen over zijn leven in Thailand. -wat is dat toch iedere keer met mensen die ongevraagd binnen vijf minuten hun hele levensverhaal vertellen…-. We maken hem duidelijk, dat we geen Duitsers zijn en dat we zijn taal prima verstehen, maar dat de Engelse taal onze voorkeur heeft. Hij vraagt hoe we zijn ‘Hütte’ gevonden hebben. ‘Via internet, via booking.com’, zeggen we. ‘Maar ik heb geen bevestiging ontvangen’, zegt hij verontwaardigd. ‘Tja, dat is jammer, maar heb je dan geen plek meer?’, vragen we hem. ’Jawel hoor, ik heb plek zat’, zegt hij. ‘Prima! Maarreh… wat is dan het probleem’, denken we hardop! ‘Kom maar even binnen’, zegt Der Jens,’maar eerst wel de slippers uitdoen!’ ‘Moet dat?’ denken we inmiddels gelaten. ‘Deze man is niet helemaal 100 punten’, zeggen we zachtjes tegen elkaar. ‘Ik laat jullie even zien dat ik geen bevestiging via booking heb gekregen’, zegt hij terwijl hij voor een immens groot computerscherm zit. Uit beleefdheid lopen we mee en vertellen hem dat de bevestiging waarschijnlijk ieder moment binnen kan komen. ‘Kijk, ik heb echt niets ontvangen’, laat hij ons zien. Enigszins geïrriteerd vragen we hem nogmaals of hij dan wel een slaapplek heeft. Wat maakt het ons nu uit of hij wel of geen bevestiging heeft ontvangen. We zoeken alleen maar een plek om te overnachten! Hij lijkt helemaal verward, maar uiteindelijk lopen we dan toch richting de kamer. ‘Willen jullie avondeten?’, vraagt hij ons. ‘En morgenochtend ontbijt?’. We slaan  zijn vriendelijke aanbod af, maar hij houdt vol dat hij een hele goede kok is en dat hij graag voor ons wil koken. We hebben gewoon geen zin om ook de hele avond met hem door te brengen, want we zien wel dat hij blij is dat er eindelijk weer eens gasten in zijn ‘Hütte’ zijn en wil volgens ons het liefst de hele avond over ‘zijn’ leven in Thailand vertellen. We zeggen maar dat we een lange reis gemaakt hebben en dat we moe zijn en morgenochtend weer vroeg vertrekken. Dit klinkt wellicht ondankbaar, maar geloof ons maar, we kennen de mensen nu inmiddels wel een beetje en deze meneer is geen luisterend oor, maar een prater.

‘Ohh, dan müssen jullie wel nog naar één van de hotsprings gehen hier’, zegt hij tegen Martin. ‘Wacht even’, zegt hij en loopt naar Margrethe. ‘Ehhhh, lieber Moni (zijn dochter Monica), blijf jij even bij deze mevrouw, papa is zo terug!’ –Margrethe is stomverbaasd over haar spontane babysit-taak- ‘Ik rij even met deze meneer naar de hotspring hier vlakbij’. Tja, en wat moet je dan zeggen. Voor we het in de gaten hebben, is Margrethe babysitter en zit Martin achterop de scooter. Nu is achterop een scooter zitten geen probleem, maar Der Jens heeft volgens Martin de afgelopen week weinig tot geen verfrissende douche genomen. -En dan is zo’n rit een hele lange-. Vooral wanneer meneer plotseling remt en Martin met zijn gezicht in een bos met ongewassen krullend hapt. Wanneer zelfs Der Jens zijn lichaamsgeur het wint van de natuurlijke frisse windvlagen die om ons heen blazen, dan zegt dit wel genoeg.

Bij terugkomst sluiten we ons maar snel op in ‘unser Zimmer’ en werken we aan ons reisverslag. Wanneer er op de deur geklopt wordt, staat Der Jens er weer. ‘Nog steeds geen bevestiging’ zegt hij. ‘Joh, ga lekker koken of neem een frisse douche of spring desnoods in een hotspring, maar die bevestiging zal ons een zorg zijn!’, denken we ongeïnteresseerd. We zeggen dat het écht wel in orde zal komen met booking.com en sluiten de deur. -waar zijn we toch beland!-. Halverwege de nacht worden we opeens wakker geschreeuwd door een hongerige kat die geheel op zijn eigen wijze een klaagzang ten gehore brengt. Na het gooien van enkele liters water richting de zanger, lukt het ons om het beestje stil te krijgen en uit onze buurt te laten verdwijnen. Uiteindelijke resultaat: een overnachting in een prachtige en idyllische Duitse berghut, maar een gebroken nacht en morgenvroeg met piepende Après-ski-banden dit dorp uit jensen!

Dag 234 - Dinsdag 18 juni 2013
We zijn al vroeg onderweg naar de Porn Rang hotspring. We hebben een slechte nacht gehad en het lijkt ons heerlijk om bij te ‘slapen’ in een natuurlijk bad. We rijden het National Park Nam Tok Ngao binnen en vinden hier een prachtige hotspring. Er zijn natuurlijke warmwaterbronnen aangelegd voorzien van helder kristalblauw water met een temperatuur van 42 graden. Het is geothermisch verwarmd grondwater, met andere woorden verwarmd door de aarde zelf. Vaak wordt beweerd dat een hotspring een geneeskrachtige werking heeft, maar wij vinden het hier vooral erg relaxed. De ligging van deze hotspring is erg bijzonder en lijkt erg op een Japanse ‘zen’-tuin. De baden liggen in een bosachtige omgeving waar tussen door een riviertje stroomt. Hierin kun je na het nemen van een warm bad een koele duik nemen. De vissen in de rivier zwemmen in scholen om ons heen, heel bijzonder.

Ranong - ChumphonRanong - Chumphon (2)Ranong - Chumphon (3)Ranong - Chumphon (6)

Het effect van een hotspring wordt ons al snel duidelijk; nadat we voor ons gevoel voldoende afgekoeld zijn en als we onze reis vervolgen, blijkt dat we nog zeker twee uren na zitten te zweten in de auto. Tot overmaat van ramp blijkt onze camera het ook begeven te hebben. Of dit door de warmte (én waterspetters) van de bronnen komt, we weten het niet. We balen even stevig, want zonder camera voelen we ons wel even onthand. Het is niet een primaire levensbehoefte, maar we willen gewoon niet verder zonder camera. Helaas zitten we nu niet direct in de buurt van een grote stad! Terugrijden naar Phuket is geen optie en Bangkok –nog dik 475 kilometer rijden- lijkt daarom de enige oplossing. Misschien dat Chumphon aan de oostkust mogelijkheden biedt. We moeten maar afwachten. Vooralsnog even geen camera en juist vandaag is het een prachtige en zonnige dag voor foto’s. -het is even niet anders-.

De route naar Chumphon is een plaatje. We vinden een route door het Nationaal Park Kaeng Krun die niet op de kaart staat en we rijden door schitterend bergachtig gebied. In Chumphon aangekomen, zien we wel dat er enkele camerawinkels zijn, maar deze zijn inmiddels gesloten. Morgenochtend gelijk weer proberen!


Dag 235 - Woensdag 19 juni 2013
Al vroeg staan we in een Canon-shop in Chumphon. We vragen of ze een repairservice hebben, maar de medewerkers spreken of begrijpen geen woord Engels. We laten ze zien dat de uit- en aanknop niet werkt en dat de (volle) batterij het probleem niet kan zijn. De reactie van een Thai is meestal dezelfde: ze beginnen onderling tegen elkaar te praten en vaak beginnen ze wat te giechelen, wat op ons soms erg onbeleefd overkomt. Wanneer we om hulp vragen, staan ze ons soms wat glazig aan te kijken. –dan zijn we er snel klaar mee- Zo ook in deze winkel; hier hoeven we geen hulp te verwachten. Ook de vraag of er ergens anders hulp geboden kan worden, wordt niet begrepen. Thai lijken -net als veel Aziaten- erg veel moeite te hebben om aan te geven waar bijvoorbeeld een locatie ligt. Of dat nu komt, omdat ze van ons –grote blonde westerlingen- onder de indruk zijn of dat het hun gedrag is, we weten het niet. Wanneer we vragen naar een locatie van een Big C –een landelijk shoppingcentrum- of een bank, dan kijken ze eerst heel erg moeilijk en vragend om vervolgens meer omhoog te wijzen dan in de juiste richting. We wijzen vervolgens zelf in een richting en knikken ‘yes’ om aan te geven of het daar ongeveer ligt. Ze knikken dan ‘yes’, maar als we een andere richting op wijzen, zeggen ze ook ‘yes’. Sterker nog, vaak zeggen ze ‘yes’ en bedoelen ze ‘no’. Ook dan haken we af. We pakken vervolgens pen en papier erbij en vragen of ze de route voor ons op papier willen zetten. Uiteindelijk blijkt de gevraagde locatie zich dan vaak op nog geen tweehonderd meter afstand te bevinden, terwijl ze ons het gevoel geven, dat het uren duurt om er te komen.

De mooiste oneliner die we hier in het Thaise hebben gehoord is: ‘Same, same, but different!’ –We gebruiken deze zelf ook vaak wanneer we er flauw van zijn, als er weer iemand op ons afkomt die van alles aan ons wil verkopen-. Een ander fenomeen is geld en betalen. We moeten altijd meetellen en controleren wat we betalen. We weten dat wij Nederlanders bekend staan om ‘geen cent te veel’, maar toch… Het is niet zo, dat ze niet kunnen tellen, maar we zijn ‘buitenlanders’ en dus betalen we altijd meer. We zijn inmiddels al een paar keer bedonderd –wat we gelukkig op tijd in de gaten hadden…-. Dan hebben we het niet over een paar euro! Zonder schaamte kijken ze langs je heen en zeggen dan: ‘Sorry,sorry, did not know!’ Waarna ze onderling weer met elkaar staan te smoezen en giechelen, waardoor ze het bloed onder onze nagels vandaan halen. Het onderhandelen over de prijs is écht een sport hier; overigens is dit heel normaal. Wanneer de prijs ons niet aanstaat, is er simpelweg geen deal. Als de deal wel gesloten wordt, hebben ze altijd nog een laatste truc: ‘Ik heb geen wisselgeld’ in de hoop dat ze de laatste baht toch nog kunnen innen.

De repairservice van Canon is in Bangkok gevestigd, vertellen de medewerkers ons. Dit betekent dat de camera wordt opgestuurd en we een aantal werkdagen moeten wachten. Met een beetje geluk hebben we de camera eind volgende week terug. We besluiten uiteindelijk een tweede camera te kopen en we wachten af tot we in Bangkok zijn om de camera eventueel te kunnen laten repareren.

We vervolgen vandaag onze route over de smalle kuststrook met op de achtergrond de bergen tegen de grens met Myanmar. Er bevinden zich kilometers lange stranden langs de westelijke golfkust. We kunnen het niet laten en rijden off-road door het bos één van de stranden op.

Chumphon - Hua Hin (3)Chumphon - Hua Hin (6)Chumphon - Hua Hin (7)Chumphon - Hua Hin (8)

Overal vinden we fruit- en eetstalletjes en genieten van Thaise lekkernijen.

Chumphon - Hua Hin (15)Chumphon - Hua Hin (20)Chumphon - Hua Hin (18)

Bij Prachuap Khiri Khan is Thailand op z’n smalst, dat wil zeggen, dat we rechts de Golf van Thailand zien en links de bergen van Myanmar. Een mooi gezicht en we rijden nu zo dicht tegen de grens met Myanmar aan, dat we even verleidt worden om er een kijkje te nemen. Je kunt bij de grensovergang een dag-visum kopen, maar we zien hier van af. We weten namelijk niet of we de auto dan Thailand weer in kunnen krijgen als we eenmaal aan de andere kant van de grenspassage staan. -Het risico is nét iets te groot-.

Chumphon - Hua Hin (50)Chumphon - Hua Hin (36)Chumphon - Hua Hin (35)

Het is al donker wanneer we Hua Hin binnenrijden. Een verrassend druk stadje dat vroeger populair was bij de Thaise adel, de high society van Bangkok en de rijkere buitenlanders. Het zomerpaleis van de prins destijds wordt nog steeds gebruikt door de Koninklijke familie. Op dit moment is Hua Hin erg in trek bij Scandinavische gepensioneerden. Wanneer we ’s avonds door Hua Hin lopen en op een terrasje zitten, zien en horen we inderdaad opvallend veel Scandinaviërs. Bij het bestellen van een biertje krijgen we naast de menukaart ook een muziekkaart aangeboden. Met deze muziekkaart kunnen we ‘verzoeknummers’ doorgeven, geweldig. –So We Think We Can Dance!-

Dag 236 tm 239 - Donderdag 20 juni tm zondag 23 juni 2013
Vandaag hebben we als eindbestemming de hoofdstad Bangkok. Hier hebben we erg naar uit gekeken en we willen er graag een paar dagen blijven. Voor ons heeft Bangkok iets magisch. Deze stad lijkt ons namelijk een uitbundige metropool met een imposante historie en veel bezienswaardigheden waaronder de drijvende markten, de parken, de Wat Pho en de Wat Arun. Er zijn mooie boottochten over de Chao Phraya en we willen er onze visa voor Cambodja en Vietnam regelen. Vanaf Kuala Lumpur hebben we iedere dag kilometers gereden en het is lekker om een paar dagen niet te reizen, maar juist deze stad eens te bezichtigen.

Hua Hin - Bangkok (5)Hua Hin - Bangkok (6)Hua Hin - Bangkok (7)

Voordat we Bangkok binnenrijden, gaan we via het Kaeng Krachan National Park naar Phetchaburi. Dit is één van de oudste steden van Thailand. Er zijn veel houten winkelhuizen, vooral op de rivieroever.

Hua Hin - Bangkok (17)Hua Hin - Bangkok (50)

We nemen een looproute door de stad en zien een aantal Khmer-prangs –een 14de eeuwse tempel- en een tempel uit de Ayutthayaperiode –Wat Yai Suwannaram-. Rond 1350 was Ayutthaya het machtigste koninkrijk van Siam.

Hua Hin - Bangkok (30)Hua Hin - Bangkok (42)Hua Hin - Bangkok (51)Hua Hin - Bangkok (53)

Via de highway naderen we Bangkok. Een stad met meer dan 8,5 miljoen inwoners. De bevolking van de hele agglomeratie (Groot-Bangkok) wordt geschat op zo'n 15 miljoen inwoners. Bestuurlijk gezien is Bangkok één van de 76 provincies (changwat) van Thailand. De stedelijke agglomeratie van Groot-Bangkok strekt zich uit voorbij de grenzen van de provincie Bangkok, tot in de naburige provincies. De afstand van Groot-Bangkok naar het centrum van Bangkok is dik 100 kilometer.  We hebben weer hetzelfde gevoel als toen we Melbourne inreden; daar reden we voor ons gevoel al een paar uur in de stad, terwijl we nog niet eens in het centrum van Melbourne waren.

De koningsrivier ‘Chao Phraya’ stroomt door het hart van Bangkok. Het centrum van Bangkok is onderverdeeld in de wijken De Oude stad, Chinatown, Thon Buri, Dusit en de Moderne stad. Omdat we dicht bij de rivier willen verblijven vanwege het gebruik van ‘vervoer over water’ boeken we een paar nachten in SSIP Boutique Hotel in de wijk Dusit.

Bangkok (2)Bangkok (3)Bangkok (20)

Bangkok is één van de meest vervuilde en door files geplaagde steden ter wereld. We gaan vrijdag vroeg op zoek naar de ambassade van Cambodja en er lijkt geen doorkomen aan. Het is één lange file die door Bangkok kruipt! Het verkeer is chaotisch en de weggebruikers maken er een zooitje van. Het is zelfs zo erg, dat het tegemoetkomende verkeer zo brutaal is om ‘onze’ rijbaan te claimen. Kennelijk is dit hier de normaalste gang van zaken, want wanneer meerdere auto’s de baan claimen schikt het overige verkeer zich ernaar. De rijbanen zijn niet gescheiden door bermen of geleiders, dus het recht van de sterkste wint. Dit leidt ertoe dat wij soms twee rijstroken krijgen en tegemoetkomend verkeer er vijf of zes gebruikt –of net andersom-. Het openbaar vervoer in de binnenstad is slecht te noemen. Er is een skytrain en een MRT-metro, maar hier kunnen wij vanuit het centrum niet direct gebruik van maken. Om in de buitenwijken te komen, moeten we of een smerige lawaaiige bus pakken –het is werkelijk ongekend hoe smerig ze zijn en wat een herrie ze maken- of een taxi nemen. Voor korte afstanden in het centrum zijn de ‘Samlors’ of ‘Tuktuks’ ideale vervoermogelijkheden.

Omdat de Cambodjaanse ambassade in een buitenstad van Bangkok ligt –20 kilometer verderop- rijden we maar met onze eigen auto. Een slechte keuze blijkt, want het duurt uren voordat we het centrum uit zijn. Vaak zijn ambassades ook nog eens vrijdagsmiddags gesloten, dus we vrezen het ergste. Maar eenmaal aangekomen bij de ambassade, overeenkomstig het adres via internet, rijden we het terrein van een universiteitsgebouw op. We vragen aan de bewakers of dit de ambassade is, maar ze geven aan, dat we in de verkeerde wijk zitten. Voor jullie gevoel, alle straten hebben hier een nummer en heten bijna allemaal Soi, wat steeg -of straat- betekent. Zo heb je dus Soi 1 t.m. Soi-tighonderdzoveel. De ambassade blijkt niet in Soi 239 gevestigd, maar in Soi 39. Aan de andere kant van de stad dus! Gelukkig kunnen we hier komen via de buitenring en om 15:00 uur staan we dan toch voor de Cambodjaanse ambassade. We lopen langs gesloten hekken en deuren en ons vermoeden lijkt waarheid te worden. Toch nog maar even om het hoekje kijken, je weet maar nooit, en ja hoor, er is een kleine entreepoort en de ambassade blijkt –gelukkig voor ons- tot 17:00 uur geopend te zijn. We zagen andere westerlingen al balend vertrekken; zij bleken er dus vanuit te gaan, dat de ambassade gesloten was.

Bij binnenkomst zijn we de enigen en we verwachten dat het verkrijgen van een visum wel een paar werkdagen kan gaan duren. Maar tot onze verbazing hebben we binnen tien minuten onze visa. Niks geen problemen, de beambten lijken blij te zijn dat we er zijn. Nog voordat we betaald hebben, krijgen we onze paspoorten mét visum al terug. We krijgen zelfs een speciale Cambodja-folder mee.‘Specially for good friends’, zegt de beambte. Dit is bijna ambassadeonwaardig! Vaak zijn we een nummer in een lange rij en worden we behandeld door een onverschillige beambte die ons duidelijk laat merken dat hij hier niet voor zijn plezier zit en zeker niet voor ons plezier. Het maakt onze lange filedag in ieder geval helemaal goed en we stappen met een tevreden gevoel in de auto. -laat de file maar weer komen!-

Als het qua tijd lukt, willen we vandaag ook nog de Nederlandse ambassade bezoeken. We moeten voor de reis door Cambodja, Vietnam en China andere wegen bewandelen, want anders komen we deze landen niet in. Wel als toerist, maar niet met onze auto. We willen proberen via de Nederlandse ambassade een uitnodiging te regelen, zodat we deze kunnen voegen bij het Carnet. Dit wordt een lastige, kostbare en langdurige zaak weten we al op voorhand, maar ‘nee’ hebben we al en ‘ja’ kunnen we altijd nog krijgen. Bij aankomst is de ambassade uiteraard al gesloten –het Nederlandse ambtenarenregime geldt ook hier- en we worden verzocht om tijdens openingstijden een bezoek te brengen. Nu lezen we dat de ambassade ook de komende week gesloten is, dus we verzoeken de poortwachter vriendelijk, doch erg dringend om contact op te nemen met de ‘manager’ vanwege een ‘uitermate dringend verzoek’. We hebben geluk, want we wekken de nieuwsgierigheid van de manager en na een kwartier wachten buiten de metershoge hekken worden we binnen gelaten. Een prototype Nederlander stapt op ons af en kijkt ons wantrouwend en indringend aan. Geen vriendelijk welkom, zo lijkt het. ‘Jullie hebben een vraag?’, zegt hij terwijl op gepaste afstand blijft staan. Wanneer we onze plannen uitleggen, breekt het ijs. Hij verontschuldigt zich voor zijn manier van voorstellen, maar hij legt ons uit dat er zich heel veel ‘psychisch verwarde’ mensen melden bij deze ambassade en dat hij daarom op zijn hoede moet zijn om niet ‘handen te schudden met zulke gasten’, omdat het regelmatig is voorgekomen dat bezoekers met medewerkers op de vuist zijn gegaan. Hij vertelt ons over enkele vreemde gebeurtenissen hier ter plekke, omdat een ambassade een laatste strohalm is voor radelozen in deze Aziatische wereld.

Uiteindelijk krijgen we nul op het rekest. Een uitnodiging willen ze niet regelen. Dit heeft te maken met verantwoordelijkheden die zij als overheid niet voor privépersonen kunnen dragen. –De uitleg daarbij is dat we drugs kunnen smokkelen en wanneer we gepakt worden, wordt de Nederlandse ambassade verantwoordelijk gehouden omdat zij onze uitnodigende partij zijn. Dit leidt tot ongewenste negatieve publicaties over de overheid waar Nederlandse én Thaise kranten van smullen-. We kunnen wel een uitnodiging krijgen wanneer we een werkadres of een uitnodiging van een inwonende van het land hebben, maar omdat we privépersonen zijn, is en blijft het antwoord ‘nee’. Adviezen geeft hij ook niet, want dat is in strijd met de geboden die hij heeft als ambtenaar. –waarom komt dit zo bekend voor- We lichten van onze zijde dan wel toe dat we hierdoor misschien aangewezen zijn op ‘technieken’ die door de overheid niet worden getolereerd. Doordat de overheid ons niet wil helpen, dwingen ze ons hiertoe, laten we hem weten, maar we hebben begrip voor zijn toelichting. Hij geeft aan dat het een heel lastige klus wordt om Cambodja*, Vietnam of China in te komen met onze auto. We hebben in ieder geval zijn visitekaartje gekregen.- Je weet maar nooit!–
* Noot voor de lezer: op het moment van schrijven, zijn we al in Cambodja! Met of zonder onze Magic Mushroom… maar dat lees je wel in ons Cambodja-reisverslag.

We overnachten in de wijk Dusit. Deze wijk is het centrum van de Thaise ambtenarij en eigenlijk is het een oase van rust in dit deel van de stad. Zoals we eerder al schreven, hebben we een geweldige locatie gevonden dicht bij de rivier. De Chinese eigenaren van het boutique-hotel zijn zo hartelijk en aardig. We voelen ons hierdoor deze dagen écht te gast in Bangkok. Het ontbreekt ons aan niets! We hebben weer wifi en skypen met familie en vrienden in Nederland. Wat is dit toch een fantastisch medium om elkaar te zien en te spreken. –afstanden zijn er niet meer!-

Bangkok (23)Bangkok (25)

We gaan op zoek naar een repairservice voor onze camera in Siam Square, een doolhof van soi’s. Het wordt een ware zoektocht om de winkel te vinden. Siam Square is een aaneenschakeling van winkels en stalletjes met vooral eetgelegenheden, boeken, muziek, accessoires en kleding. In het enorme Mahboonkrongcentrum (MBK) vinden we uiteindelijk na lang zoeken de repairservice. Je moet je voorstellen dat we in een acht verdiepingen tellend gebouw met honderden –misschien wel duizenden- winkeltjes en stalletjes op zoek zijn naar dat éne winkeltje. Overal bevinden zich zwermen mensen die iets verhandelen of kopen. Gelukkig hebben we door onze lengte voldoende uitzicht waardoor het zoeken iets gemakkelijker is. In de winkel krijgen we te horen dat de reparatie van de camera wel een week kan duren, wat voor ons niet haalbaar is. We hebben een visum voor 30 dagen en omdat we ook nog het noorden van Thailand bezoeken, kunnen we simpelweg niet een week wachten. Omdat we erg tevreden zijn over onze kapotte Canon-camera besluiten we dezelfde camera weer te kopen, maar dan het nieuwste type. De camera die we een aantal dagen geleden gekocht hebben, houden we als reserve, mocht er iets gebeuren met deze nieuwe aankoop.

Omdat de Thaise filmindustrie geëtaleerd wordt in Siam Qquare zien we dat zich op de hoogste verdieping van het MBK één van Bangkok’s grootste bioscopen bevindt. Het weer is vandaag regenachtig en nodigt uit om ‘een filmpje te pakken’. Voorzien van emmers popcorn en voldoende flesjes water stappen we de filmzaal binnen om ‘World War Z’ met o.a. Brat Pitt te gaan kijken. We hebben vooraf goed geïnformeerd of de film wel een Engelstalige film is, want we zouden echt niet de eersten zijn die in een film zitten terwijl de film blijkt te zijn nagesynchroniseerd en dus in het Thais is… zonder Engelse ondertiteling. We moeten de Thai meegeven, dat de commercials voorafgaand aan de film al een attractie op zich zijn, want het is een lust voor het oog om de (oubollige en handycam) commercials te bekijken. Afwasmiddel, koekjes, wasdroger-doekjes en trailers zien we voorbij komen! (…) Aziaten zijn niet alleen gek op keiharde herrie door de speakers –het is met geen pen te beschrijven hoe hard het geluid in deze bioscoop staat-, ze zijn ook helemaal verkikkerd op geweld in films. Hoe gewelddadiger de film, hoe beter de film is!

Wanneer we goed geïnstalleerd zijn en klaar zitten voor de start van de ‘movie’ gaat spontaan het licht aan. Iedereen gaat staan, dus wij ook maar... -Wat nu?- Gaan we staand met z’n allen de film bekijken? Opeens start er een korte film over de Koninklijke familie en wordt oorverdovend luid het volkslied ten gehore gebracht. Iedereen zingt uit volle borst en met één hand op de borst mee. Tja, we hadden het kunnen weten… Een leuke ervaring. Het volkslied is trouwens twee maal per dag te horen, een keer om 08:00 uur en een keer om 18:00 uur. Het klinkt dan op de radio en via luidsprekers in de kleine dorpen, in parken en openbare gebouwen.

Wie Thailand zegt, zegt natuurlijk ‘markten’. We brengen een bezoek aan de Chatuchakmarkt, de grootste markt van Thailand. We nemen een taxi en worden keurig bij de ingang afgezet. Wat een chaos! We stappen een markt binnen met een omvang van bijna 6 voetbalvelden. Hier bevinden zich meer dan 6000 kraampjes. Het is één grote mierenhoop van mensen. Ze noemen de markt ook wel de ‘wildedierensupermarkt van de wereld’ vanwege de verkoop van bedreigde diersoorten zoals bijvoorbeeld slankapen. –het lukt ons helaas niet om hiervan foto’s van te maken, omdat dit absoluut niet toegestaan wordt-.

Bangkok (27)Bangkok (28)Bangkok (29)Bangkok (30)

Enthousiast lopen we naar binnen en worden opgeslokt door de menigte; het is een doolhof van paden en steegjes. We moeten wel blijven bukken om niet ons hoofd continue te stoten. We spreken op de markt met een aantal kunstenaars die prachtige stalen kunstwerken maken. We zijn erg onder de indruk van enkele werken, maar ze zijn helaas te groot om mee te nemen in de Nissan richting Nederland.

Bangkok (31)Bangkok (32)Bangkok (33)

Twee ‘must-see’ Wats in Bangkok zijn de Wat Pho en de Wat Arun. We pakken het beste en snelste vervoermiddel in de stad; de Choa Phraya Express. Dit is een veerdienst over de rivier die naar diverse haltes op de oost- en westoever vaart. Bij iedere halte kun je van of aan boord stappen. Nou ja stappen, je moet héél snel en behendig zijn, want voor je het in de gaten hebt, is de boot alweer vertrokken… zonder jou! Het werkt namelijk zo: omdat er een aanzienlijke stroming in de rivier zit, meert de schipper met een draaiende motor aan. Een boot is circa 30 meter lang en je kunt alleen aan de achterzijde in- of uitstappen. Bij het aanmeren legt hij alleen de kont van het schip tegen de kade. Dit doet hij door enkel te kijken in zijn achteruitkijkspiegel en te luisteren naar het gefluit van zijn matrozen. Het interesseert de schipper totaal niet of er mensen van of aan boord willen stappen, want de kapitein wil het liefst zo snel mogelijk weer doorvaren.

Voordat het schip aanmeert, worden de mensen die aan boord willen komen –dus op de kade staan of zitten- er door de matrozen fluitend op gewezen dat het schip eraan komt. Iedere toon heeft een betekenis, want ze fluiten allerlei toonhoogten en op basis daarvan worden de handelingen verricht. Je krijgt écht niet meer dan tien seconden (!) de tijd om aan boord te springen. Letterlijk springen, want als je keurig aan boord stapt, kan het zijn, dat je letterlijk tussen wal en schip raakt, omdat de schipper al weer wegvaart. Ook al sta je met 40 mensen op de kade, na tien seconden is het trossen los… en weg zijn ze. Waarom we dit zo goed weten? Wij stonden namelijk ook op de kade, terwijl het schip kwam, wij zagen en de kapitein overwon... zonder ons. We zaten keurig te wachten op een bankje en toen het schip er ‘luidfluitend’ aan kwam, liepen we in alle rust naar de kade. We zagen mensen uit de boot springen en terwijl we op het punt stonden om aan boord te stappen, was de tros al weer los en het schip vertrokken. Één ding: dit gebeurt ons geen tweede keer!

Bangkok (38)Bangkok (39)Bangkok (40)Bangkok (41)

Na een succesvolle tweede poging een half uurtje later zitten we dan toch in de Express. Het is een drukte van jewelste op de rivier. Grote en kleine bootjes varen af en aan. Ook op dit grote water staat de handel centraal. We stappen uit bij halte ‘tien’. We steken met de pont de rivier over en bezoeken de Wat Arun. De stijl van de tempel is afgeleid van de Khmer architectuur en hierdoor uniek in Thailand. We beklimmen de grote prang. Deze Wat is weer totaal verschillend met wat we tot nu toe gezien hebben.

Bangkok (42)Bangkok (43)Bangkok (45)

De Wat Pho is de oudste en grootste tempel van Bangkok en is het voornaamste centrum voor openbaar onderwijs van Thailand. Één van de sterattracties is de 46 meter lange en liggende Boeddha. Het is allemaal brons en goud dat er blinkt. We wandelen door het complex naar het hoofd-bot, welke een bronzen beeld van de mediterende boeddha heeft.

Bangkok (47)Bangkok (48)Bangkok (53)Bangkok (57)

Foto’s

1 Reactie

  1. G&E:
    20 juli 2013
    GEWELDIG !!! GEWELDIG !!! GEWELDIG !!!

    Wat een super verhaal weer met prachtige foto's.

    Wij zijn na 25 maanden weer "thuis" ??

    G&E xxx