Op route door Thailand (deel 2)

22 juli 2013 - Sihanoukville, Cambodja

Dag 240 - Maandag 24 juni 2013
Vanuit Bangkok rijden we naar de centrale laagvlakte van Thailand. Uiteindelijk heeft Bangkok een grijze indruk op ons achtergelaten. Het slechte weer is hier mede bepalend voor geweest, omdat bij stralend weer een grote stad er altijd ‘anders’ uitziet. Maar we hebben genoten van Bangkok! Een immense metropool zonder felle neonverlichting aan gebouwen en zonder overmatige lichtreclames –zoals grote steden in China hebben- maar wel met heel veel laagbouw, stinkende bussen en files.

We hebben in Bangkok -op advies van Woon, die we in Ipoh, Maleisië hebben ontmoet- het 4x4 bedrijf ‘VVP 4x4’ opgezocht vanwege het aanschaffen van een aantal reserveonderdelen voor de Nissan. Tijdens deze zoektocht zijn we ook door wijken van Bangkok gereden waar zich de sloppen bevinden.

Bangkok (15)Bangkok (16)

Op een gegeven moment leek een groot hek van golfplaten ons de doorgang te blokkeren, maar tot onze verbazing zat er een verspringing in het hek waar we met de auto doorheen kon rijden en we plotsklaps in een compleet andere ‘luxe’ buurt reed. Het scherm was puur bedoeld om het uitzicht van de ‘rijken’ op de arme buurt te camoufleren of beter gezegd, het niet hoeven zien van de ellende van de armen. Het enorme verschil tussen rijk en arm; we zien het in elk land weer. -het lijkt de normaalste zaak van de wereld.

Bangkok (19)Bangkok (18)Bangkok (17)

We vervolgen onze route richting Kanchanaburi. Ook wel bekend om de Birmaspoorlijn, de ‘dodenspoorlijn’ uit de tweede wereldoorlog. Deze brug werd onsterfelijk gemaakt in David Leans’ film ‘The bridge on the River Kwai’ –uit 1975-.

Bangkok - Dan Chang (7)Bangkok - Dan Chang (8)Bangkok - Dan Chang (4)Bangkok - Dan Chang (3)

Wanneer we over de brug lopen merken we eigenlijk weinig van de vreselijke geschiedenis die deze brug met zich meedraagt. De brug maakte onderdeel uit van de ruim 400 kilometer lange Birmaspoorweg, een Japans bouwproject naar aanleiding van blokkades van zeeroutes in 1942. De aanleg van het spoor –langs een oude Birmese invasieroute- heeft aan meer dan 100.000 Aziatische krijgsgevangenen en 12.000 geallieerden het leven gekost. Dit kwam door de zware 18-urige ploegendiensten en daarnaast stierven velen aan cholera, malaria, ondervoeding of mishandeling. Er wordt gezegd dat er voor elke biels één dode viel. Voor de Japanse militairen gold destijds de samoerai-traditie; overgave is vernederend en daarom behandelden zij de krijgsgevangenen als mensen zonder rechten. Op dit moment is de huidige herbouwde brug een bedevaartplaats geworden voor overlevenden en familieleden.

Dag 241- Dinsdag 25 juni 2013
We rijden een mooie route door het Nationaal Park Erawan. De omgeving verandert, de omgeving is bosrijk en we kijken over de rijstplantages met daar achter de heuvels. De grootste bezienswaardigheden in dit deel van het land zijn voornamelijk de oude stadsruïnes. We willen naar het westen van Thailand, omdat hier Myanmarese bergvolken leven, zoals de Karen en de Shan.

In de stad Kamphaeng Phet, een buitenpost van het Khmerimperium, liggen diverse ruines. Het zijn hoofdzakelijk verweerde Boeddhabeelden die we zien en vervallen muren van wat ooit imposante complexen moeten zijn geweest.

Dan Chang - Mae Sot (7)Dan Chang - Mae Sot (5)Dan Chang - Mae Sot (4)

Mae Sot is een grensplaats met Myanmar. We komen laat op de avond aan en vinden een prima overnachtingsplek. Onze hele reis door Thailand is qua slaapgelegenheden dik in orde geweest, net zoals in alle voorgaande landen. Waar we in de Filippijnen vaak genoegen moesten nemen met een vervallen kamer zo ‘relatief’ schoon en keurig voorzien van airconditioning zijn onze kamers hier. Mae Sot is een bedrijvige marktplaats. Vooral de handel in hardhout en edelstenen – legaal of gesmokkeld- heeft dit stadje geen windeieren gelegd. Wanneer we laat nog een wandeling door het dorp maken vinden we zelfs –tot onze verbazing- ‘westerse’ restaurants.

Dag 242 - Woensdag 26 juni 2013
In het westelijke grensgebied liggen veel vluchtelingenkampen. Vooral bewoond door Myanmarese vluchtelingen. Het bergvolk, de Karen, leven van oudsher in dit grensgebied. Vanuit de vluchtelingendorpen zetten de Karen hun onafhankelijkheidstrijd voort. Helaas zijn er –nogsteeds- veel kindsoldaten die vaak gedwongen in het rebellenleger van de Karen dienen; soldaten met een leeftijd van nog geen twaalf jaar zijn eerder regelmaat, dan uitzondering.

Wanneer we bij één van de kampen stoppen, omdat we de huizen van dichtbij willen bekijken –alhoewel dit ons is afgeraden- worden we gelijk opgemerkt. We zijn op onze hoede en dus niet te ver van onze auto gelopen, maar de voorzichtigheid lijkt totaal overbodig! De kinderen komen al zwaaiend op ons toe gerend en wanneer we ze allemaal een paar ballonnen geven, zijn we hartelijk welkom.

Mae Sot - Mae La Noi (13)Mae Sot - Mae La Noi (12)Mae Sot - Mae La Noi (11)Mae Sot - Mae La Noi (10)

We nemen niet het risico om het dorp in te lopen, maar kunnen van dichtbij wel de huizen in het kamp zien. De meeste kinderen hebben een ‘beschildering’ op hun gezicht en wanneer we aan één van de ouders vragen waarom dit zo is, krijgen we een soort hints-achtige uitleg. Het is een smeerseltje dat op de huid verkoeling biedt, waarbij kokos en talkpoeder de voornaamste ingrediënten zijn van de verf-crème.

Mae Sot - Mae La Noi (18)Mae Sot - Mae La Noi (16)

Vele Thai in deze streek passen dit gebruik toe.

Dan Chang - Mae Sot (16)

Het Noord-Thaise landschap is adembenemend; bergen, teakbossen, rijstvelden in groene valleien en Nationale Parken. In de afgelegen dorpen leven hier de bergvolkeren, waardoor er de afgelopen honderd jaar nauwelijks iets lijkt te zijn veranderd. We rijden langs de Myanmarese kust naar Mae Hong Son waar we morgen een ‘longneck village’ gaan opzoeken.

Mae Sot - Mae La Noi (21)Mae Sot - Mae La Noi (22)Mae Sot - Mae La Noi (27)Mae Sot - Mae La Noi (9)

In dit deel van Thailand krijgen we ook te maken met de nodige wegcontroles. Dit vanwege de vele smokkelroutes en vluchtelingenkampen die zich langs de grens met Myanmar bevinden. De heren van de controleposten zien er vaak meer bedreigend uit, dan ze in werkelijkheid zijn. Ze dragen een pet, daaronder een grote zwarte bril en vervolgens is het hele gezicht bedekt met een doek. Daaronder dragen ze een imposant pak behangen met strepen en geweren, hangend aan een schouderriem of in een holster.

Mae Sot - Mae La Noi (8)Hua Hin - Bangkok (4)

Wanneer we aan komen rijden bij een van de posten, zien we op een afstand al dat de ene ‘officer’ de andere aanstoot en knikt naar onze auto.Wanneer we onze brillen afzetten en de ramen openen, kunnen we niet zien of ze nu dreigend streng kijken of vriendelijk lachen. Wij lachen in ieder geval altijd vriendelijk naar de heren en proberen zo toegankelijk mogelijk te zijn –om maar zo naïef mogelijk te lijken-. Vaak wordt ons gevraagd waar we naar toe gaan. Omdat we bewust een wegenkaart op schoot laten liggen, kunnen ze al snel zien dat we toeristen zijn en een rondreis maken. ‘Where you go?’, is vaak de opmerking die ze maken en we wijzen dan op de kaart de plek aan waar we naar toe gaan. (Onze Nederlandse uitspraak van de plaatsnamen wil nog wel eens tot verrassingen leiden waardoor de Thai niet begrijpen wat we bedoelen) Ze wijzen dan in de richting ‘vooruit’. –Alsof wij dat niet weten; er is hier maar één richting…- Maar we blijven altijd vriendelijk glimlachen en zeggen ‘Thank you, Sir’, waarna we gelijk door kunnen rijden.

Een enkele keer is ons naar ons rijbewijs gevraagd en wanneer we deze overhandigen kijken ze ernaar en krijgen we een ‘OK’ te horen. We hebben het niet geprobeerd, maar we hebben ook een keer onze ziektekostenpas willen overhandigen om te kijken of de heren de pas wel écht bekijken. Onze indruk is dat ze gewoon vreselijk nieuwsgierig zijn, omdat we een Australisch kenteken hebben en dat het vragen naar ons rijbewijs meer een impulsieve actie is. Ze willen eigenlijk alleen maar een vriendelijk praatje maken en zien wie we zijn.

De leukste reactie was toch wel dat één van de ‘officers’ op strenge toon tegen ons zei: ‘You speak Thai?’ Waarop we antwoordden: ‘Yes, ofcourse! Kow Pat Gai, Kop Kun Kap.’ Waarmee we toch een glimlach op zijn gezicht toverden. –ons antwoord was: gebakken rijst met kip, dank u wel-

Dag 243 - Donderdag 27 juni 2013
In Ban Nai Soi ligt het Long Neck Karen Village. In principe zijn er zes hoofdgroepen bergbewoners in Noord-Thailand waaronder de Karen. Deze volken, in totaal ongeveer 500.000 mensen, hebben zich in Thailand gevestigd nadat zij door burgeroorlog en politieke druk uit Tibet, Myanmar en China hier naartoe zijn verdreven. De ‘langnekvrouwen’ zijn een bijzonder volk om te bezoeken. Op de leeftijd van vijf jaar, krijgt een meisje haar eerste ring om haar nek en gaande de jaren wordt haar nek ‘verlengd’ met koperen ringen. Er wordt gezegd dat deze praktijken de vrouwen beschermt indien ze worden aangevallen door tijgers. Wij denken daar anders over; volgens ons is het een soort van schoonheid dat de vrouwen zich versieren met deze ringen en daardoor aantrekkelijker zijn voor de mannen van de stammen. –wat is waar?-

Mae La Noi - Mae Hong Son (7)Mae La Noi - Mae Hong Son (27)

Het dorp ligt aan een rivier en we moeten een boot huren om er te komen. De eigenaar van de boot laat lange tijd op zich wachten en daarom zeggen we tegen elkaar dat we ‘offroad’ een route zoeken. We gokken erop dat er een route is en rijden een pad door het bos én langs de rivier. Wanneer we halverwege een hut zien waar een vrouw op het land aan het werk is, vragen we haar of we op de juiste route naar het dorp zitten. We begrijpen elkaar pas op het moment dat we met ‘hints’ uitbeelden dat we op zoek zijn naar ‘mensen met ringen om hun nek’. Ze lacht wat en wijst in het verlengde van de rivier. We tikken met een vinger op onze polsen en steken tien vingers op. Ze lacht weer en laat eerst tien vingers en daarna nog eens vijf vingers zien. Het is duidelijk: we zitten op de goede weg en het is nog vijftien minuten rijden vanaf hier. –wat zijn de meeste gebaren toch internationaal, geweldig!-.

Mae La Noi - Mae Hong Son (9)Mae La Noi - Mae Hong Son (8)

Aangekomen bij het dorp moeten we alsnog de rivier oversteken. We zijn al opgemerkt en een jongen komt in zijn kano met motor aanvaren. ‘You need boat, Sir?’, is zijn vraag en zijn handelsgeest is prima in orde. Het wordt een betaalde oversteek maar ‘dan willen we wel de vrouwen in het dorp bezoeken’ zeggen we tegen hem. ‘Ohh, dat moet ik eerst overleggen’ en weg is hij. Daar staan we dan… hij had ons beter mee kunnen nemen naar de overkant van de rivier en dán de vraag aan de stamoudste stellen, maar nee dus. Na tien minuten komt hij wéér naar de overkant varen, om ons in te laten stappen voor een ontmoeting met de ‘longneck women’.

Mae La Noi - Mae Hong Son (10)Mae La Noi - Mae Hong Son (11)Mae La Noi - Mae Hong Son (29)

Wat een bizar gezicht is dit en wat moet dit een last zijn voor deze vrouwen dat zij deze zware koperen ringen hun hele leven om hun nek dragen. Sommige ringen wegen in totaal wel vijf kilo. –onvoorstelbaar!-

Mae La Noi - Mae Hong Son (13)Mae La Noi - Mae Hong Son (14)Mae La Noi - Mae Hong Son (15)Mae La Noi - Mae Hong Son (20)

We kunnen zien dat het verlengen van de nek gepaard gaat met onherstelbare schade aan de nekwervel en schouders. Wanneer we de vrouwen vragen of ze ‘ooit’ verlost worden van deze last –of bescherming in hun ogen- is het antwoord ‘nee’. Het afdoen van de ringen betekent voor hen een wisse dood. De vorm van de nekwervel van de vrouwen is na vele jaren te vergelijken met de nekwervel van een giraffe. Maar waar de giraffe nekspieren ontwikkelt om zijn hoofd te dragen, hebben de vrouwen juist de ringen nodig om het hoofd te dragen. Het afdoen van de ringen betekent feitelijk dat het hoofd geen steun meer heeft en naar voren/achteren klapt en er verlamming optreedt of ze breken hun nek omdat de nekspieren niet ontwikkeld zijn. –erg bizar-. Sommige vrouwen dragen zelfs ringen om hun knieën, bovenarmen en enkels.

Mae La Noi - Mae Hong Son (12)Mae La Noi - Mae Hong Son (25)Mae La Noi - Mae Hong Son (26)

In Mae Hong Son vinden we weer een fantastische slaapplaats. Dit maal geen airco, maar wel een wijds uitzicht over de vallei én een authentiek Thais ingerichte kamer met daken van bananenbladeren, een buitendouche en klamboe.

Dag 244 - Vrijdag 28 juni 2013
Men zegt, dat Thailand het land is van de glimlach, maar het is voor ons toch zeker ook het land van de stroomdraden! Het is niet voor te stellen hoeveel stroomdraden er op, onder, achter, over of in dit land zijn.

Mae Hong Son - Chang Mai

We hebben de meest bizarre situaties meegemaakt en gezien. Zo ook vandaag! We rijden door de bergen van Noord-Thailand en zijn onder de indruk. Niet alleen van de geweldige omgeving, maar ook van de duizenden stroomdraden én de wijze waarop deze ‘veilig’ bevestigd cq opgehangen zijn. Op een gegeven moment lijkt de weg wegens werkzaamheden te zijn afgezet en rijden we stapvoets naar de verkeersgeleider met de rode vlag. Ja, er zijn hier heel veel functies waaronder die van ‘medewerker met de rode vlag’. Hij of zij doet de hele dag niets anders dan zwaaien met een rode vlag. Waarom? We weten het niet. Waarschijnlijk moeten ze aangeven dat er ergens ‘gevaar’ is, maar meestal staan ze ‘achter’ het gevaar. Je moet in onze ogen dan toch vóór het ‘gevaar’ staan en de mensen tijdig waarschuwen? Maar goed, deze vlaggenist staat hier dus wel voor het ‘gevaar’. Verrassend genoeg mogen we doorrijden en halverwege horen we een kettingzaag aan het werk. We kijken door het autoraam omhoog en zien op tien meter hoogte twee mannen aan een boom zagen die op enkele meters van de afgrond staat. Door de hevige regenval verschuiven hier heel veel rotspartijen wat tot levensgevaarlijke situaties leidt. Bij het verschuiven van de grote stukken modder/grond worden vaak de palen van de stroomdraden meegenomen de diepte in. Zo ook hier. Onder aan de afgrond, naast ons, staan enkele gevallen palen nog verrassend rechtop en lijken de stroomdraden nog intact te zijn. Misschien een gelukje bij het verschuiven? We concluderen al snel, dat de heren deze boom gaan omzagen omdat hij kennelijk op het punt staat om op een aantal palen met stroomdraden te vallen. Logica 1: dan zou je mogen verwachten dat ze de boom een andere kant laten uitvallen. Logica 2: en daarmee het risico wegnemen dat de boom op de stroomdraden valt. We stoppen op gepaste afstand en willen dit spektakel wel aanschouwen. Niet omdat we graag willen zien of de heren wel kunnen zagen, maar omdat ons opvalt dat ze de boom juist de afgrond in laten vallen. Maar dan gaat het toch mis…?

Opeens komt er een graafmachine richting de om te zagen boom aanrijden en deze moet het laatste zetje geven. En ja hoor, in plaats van zich toe trekken, duwt meneer de graafmachinist de boom de diepte in. Boven op de palen met stroomdraden... Gevolg: geen palen en kapotte stroomdraden. Dit is toch niet te geloven? Beneden aan de weg staan zeker twintig werkmannen op een afstandje toe te kijken en hebben dit allemaal laten gebeuren. -ook wij stonden erbij en keken ernaar- Één van de heren komt snel naar ons toe gerend en beveelt dat we absoluut geen foto’s van deze operatie mogen maken. ‘Nee, natuurlijk niet!’ is ons antwoord. –we hebben geen foto’s gemaakt, we hebben alles op film staan… maar daar heeft hij niets over gezegd-

En dan is er nog de wijze waarop de draden worden opgehangen. We hebben er helaas geen foto’s van gemaakt, maar het is een verhaal op zich. Eerst wordt er op circa 1,5 meter hoogte een inkeping in een boomstam gemaakt. Met tie-rips worden de draden gebost en dan met een krammetje in de boom geslagen. Als waslijnen hangen ze tussen de bomen en iedere willekeurige handige doe-het-zelver kan gratis stroom aftappen. En dat doen ze hier dus ook! We moesten toch echt een paar keer goed kijken of we het wel goed zagen, want op een gegeven moment stond Mr Doe-het-zelf op een huishoudtrap, terwijl de buurman toekijkt, met zijn stanleymes in één van de draden te snijden. En in onze beleving praten we dan over draden met meer dan 1000 Volt. –rare jongens, die doe-het-zelvers-

Waar we in Nederland speciale verleggingsplannen voor nutsbedrijven schrijven; KLIC meldingen moeten aanvragen waarmee we alle leidingen inzichtelijk krijgen; kabels en leidingen in speciale mantelbuizen dienen te worden aangelegd; gigantische bedragen betalen voor het uitvoeren en verleggen van kabels en leidingen… Ach, hier bewijst men dat dit dus allemaal niet nodig is!

We gaan vandaag op zoek naar een natuurverschijnsel, gelegen in een prachtig Nationaal Park, dat we beiden nog niet eerder hebben gezien. Het vinden van de juiste route er naar toe blijkt een opgave te zijn, wat overigens in heel Thailand het geval is. We parkeren de auto en lopen 500 meter het bos. Het park lijkt verlaten te zijn en wanneer de zwavellucht bijna ondraaglijk is, staan we oog in oog met de geisers. Borden waarschuwen ons voor de levensgevaarlijke temperaturen van dik boven de 100 graden en we proberen een plek te vinden waar we de zwaveldampen zo veel als mogelijk kunnen ontwijken. Het is een betoverend gezicht om de geiser te aanschouwen, die borrelend het water ver boven het kookpunt activeert. Het is helaas geen spuitende geiser, maar daardoor absoluut niet minder indrukwekkend.

Mae Hong Son - Chang Mai (5)Mae Hong Son - Chang Mai (6)Mae Hong Son - Chang Mai (7)Mae Hong Son - Chang Mai (12)

In het park zijn prachtige hotsprings aangelegd en we kunnen het niet laten om toch even te ‘pootje-baden’ in één van de baden.

Dag 245 - Zaterdag 29 juni 2013
Omdat het ons in Bangkok niet is gelukt om reserveonderdelen voor de auto te vinden, proberen we het nog een keer in Chiang Mai. Deze stad is de grootste van het noorden en staat bekend als ‘de stad met de prachtige Wats’.

Chang Mai - Fang (6)Chang Mai - Fang (7)Chang Mai - Fang (12)Chang Mai - Fang (14)

Het weer in het noorden van Thailand is benauwd en erg drukkend. Wat een verschil met een week geleden toen we naar Bangkok reden. Op één of andere manier zuigt het de energie uit onze lijven. We drinken en eten goed, maar zijn ’s avonds erg moe en bijna futloos. Of dit de nasleep is van de malariatabletten die we de afgelopen periode regelmatig hebben moeten slikken of dat het komt, omdat we misschien niet gevarieerd genoeg eten of dat de drukkende warmte ons parten speelt?

Wat we al eerder schreven is dat de Nissan Patrol geen voorkomende Aziatische auto is. Onderdelen zijn voor de Patrol niet verkrijgbaar en dus besluiten we om de reserveonderdelen aan te schaffen als we over enkele maanden in Japan zijn. We kunnen bepaalde onderdelen wel bestellen, maar het duurt maanden voordat ze op de plaats van bestemming zijn. De Nissan-dealer in Chiang Mai is een laatste optie om het toch nog even te proberen... We rijden de garage binnen en stappen uit. Twee medewerkers –de manager en zijn assistente- spreken ons in gebrekkig Engels aan. De manager spreekt geen woord Engels, maar zijn assistente kan zich prima verstaanbaar maken. Van links en rechts komen medewerkers rondom onze auto staan. In groepjes lopen ze om onze auto heen, alsof het een attractie is. Terwijl wij in gesprek zijn met de manager én zijn assistente, zien we dat iedereen vooral onder de indruk is van het profiel van onze banden. Diverse handen verdwijnen in de wielkassen en meten met een pen de dikte ervan. Regelmatig horen we ‘ohhhh!’. Het lijkt wel alsof ze dit echt nog nooit eerder hebben gezien. We vergelijken alles stiekem een beetje met Nederland en voelen ons bij deze garage dan ook écht ‘koning’, terwijl we slechts klant zijn. Zonder afspraak komen we binnen gereden op een zaterdagmiddag en krijgen zonder tegenspraak alle hulp! En niet van één persoon, maar van minimaal zeven medewerkers tegelijk. Reserveonderdelen hebben ze niet, maar wanneer we aangeven dat we een pakking voor de uitlaat en motor nodig hebben, wordt een brug voor ons vrijgemaakt en wordt de auto er op gereden. De medewerker die de auto de brug op rijdt, heeft de twinkelingen in zijn ogen staan. Het lijkt de ervaring van zijn leven! –wij beginnen ons inmiddels al bezwaard te voelen door de manier waarop er hier op ons en de auto wordt gereageerd en druipen af richting de ‘wachtkamer’, waar we vervolgens gelijk wéér in de watten gelegd worden omdat een dame ons voorziet van koffie, fris en chips-.

Chang Mai - Fang (19)Chang Mai - Fang (20)

Maar dan begint het spektakel en schouwspel voor ons pas écht! Na de koffiebreak lopen we weer naar de auto terug en Martin geeft aan dat de pakking tussen de uitlaat en de motor vervangen moet worden, maar de heren gaan dat –uiteraard- eerst zelf uitzoeken. Nu is dit natuurlijk geen enkel probleem, maar omdat we in Maleisië ook al bij een professionele garage zijn geweest en weten wat het probleem is, geven we aan, dat vervanging van de pakking de oplossing is. Dit zeggen we ook, omdat we daarmee tijd van de medewerkers kunnen besparen op deze zaterdagmiddag. Kostbare tijd? Nee hoor, ze voelen het als een eer om ons, buitenlandse gasten, te helpen en tijd is hierdoor absoluut niet belangrijk. Op een voor ons geheel nieuwe wijze wordt het probleem geanalyseerd. Met vijf man sterk staan ze te zoeken naar het geluid en hetgeen waardoor dit wordt veroorzaakt. Terwijl één van de medewerkers –hoog op de brug- in de auto af en toe gas geeft, houdt een volgende medewerker de achterkant van een schroevendraaier tegen zijn oor gedrukt en luistert als een volleerd arts naar de kwaal van de auto. Weer een andere medewerker doet precies hetzelfde, maar dan met een brandstofslang. -er volgt driftig overleg-. Ahhh, daar zijn de manager... en zijn assistente weer! Ze vertellen ons dat de ‘artsen’ denken dat het probleem in de demper of halverwege de uitlaat zit. ‘Ohhh, tja, dat zou kunnen, maar hoe zit het dan met de pakking?’, vragen we. ‘De pakking is OK’, zegt de assistente, ‘maar we weten niet zeker of we het probleem kunnen verhelpen’. ‘Ohhh, en nu?’, zeggen we. ‘Wat wilt u?’, vraagt ze aan ons. ‘Wat wij willen?’, zeggen we verbaasd. ‘Yes, do you want us to solve the problem?’. ‘Ehhh, ja natuurlijk. Daarom zijn we hier’, zeggen we. ‘Can you fix it for us?’. ‘Yes, we can fix it!’ zegt ze en loopt naar de ‘artsen’. -Euhm… en we kregen zojuist toch te horen, dat het probleem niet kon worden verholpen?-

We zijn even verbaasd door deze vragen, maar dit heeft allemaal te maken met de –bijna onvoorstelbare- beleefdheidsvormen die de Thai hanteren. Wanneer wij willen dat het probleem verholpen wordt, dan demonteren ze desnoods de hele auto met tien medewerkers en zetten hem daarna weer in elkaar in de hoop dat het probleem opgelost is. Zou er dan nog steeds een probleem zijn, dan herhalen ze de hele procedure net zo lang tot het probleem opgelost is. Ze willen de klant niet teleurstellen en we mogen deze garage pas verlaten als het probleem is opgelost.

Martin loopt naar de ‘artsen’ en vraagt waar het probleem volgens hen zit. ‘Wait Sir, someone is coming soon!’ Nu hebben ze ook nog een ‘specialist’ gebeld. Hij zal zijn ‘deskundige licht’ laten schijnen over het probleem. Daar is meneer al, op zijn scooter! Hij bekijkt de auto. Tikt, tikt nog een keer, pakt ook een slangetje en zet deze tegen zijn oor . Tikt, tikt nog een keer en na vijf minuten zijn de heren eruit. Het probleem zit ín de uitlaat, maar hierdoor kan niemand er bij komen.‘Dit deel vervangen?’, vragen we. ‘No have, Sir!’Wat nu? Martin stelt voor om de uitlaat doormidden te lassen. Daar had niemand bij stil gestaan. ‘Can we do?’, vragen ze aan ons. ‘Yes, ofcourse! If it solves the problem’. Als ze het probleem daarmee oplossen… en de uitlaat nadien maar weer aan elkaar lassen. Goed laswerk is vaak sterker, dan het metaal zelf. ‘OK, we do!’ zegt de specialist en hij zegt dat hij de klus in een uurtje kan klaren. Ze zijn inmiddels al bijna twee uren bezig en al die tijd zijn er al vijf medewerkers met onze auto bezig geweest. In Nederland kan een factuur je dan erg laten schrikken, dus we vragen de assistente wat ongeveer de kosten zullen zijn. Mocht het nodig zijn, kunnen wij nog wat extra geld pinnen bij de bank aan de overzijde van de straat. ‘1000 baht, Sir’ en vragend zegt ze: ’Is that OK for you?’ Of wij dit ‘OK’ vinden? 1000 baht voor een hele middag sleutelen… We voelen ons bijna schuldig, maar ook dit is de normaalste zaak hier. Wanneer een uur later de auto voorgereden wordt en de ‘artsen’ glimlachend en vol trots laten horen dat het probleem verholpen is, vertellen ze ons dat ze de motor ook nog gecheckt hebben en een kapot remlicht hebben vervangen. We betalen 1000 baht en op weg naar Fang kijken we elkaar aan en moeten erg lachen om deze middag. De garagisten hebben de middag van hun leven gehad door aan een voor hen onbekende auto te kunnen sleutelen en wij hebben ons vermaakt door het hele spektakel te mogen aanschouwen en dit alles voor omgerekend € 24,-.

Dag 246 - Zondag 30 juni 2013
We bevinden ons in de noordelijkste regio van Thailand. Een wildernis met veel afgelegen dorpen waar bergvolken wonen.

Fang - Mae Sai (17)Fang - Mae Sai (18)Mae Hong Son - Chang Mai (2)Fang - Mae Sai (41)

Ook hier is de weg weer opvallend goed. We hebben van diverse mensen gehoord, dat de wegen hier erg slecht zijn en dat daardoor een route door Noord-Thailand geen prettige tocht is. Maar voor ons is het tegendeel waar! Zelfs hier in de bergen zijn de wegen prima geasfalteerd.

Mae Sot - Mae La Noi (25)Mae Sot - Mae La Noi (26)

De mensen die anders beweren, zijn kennelijk nog nooit in dit deel van Thailand geweest, terwijl ze wel advies geven. Wij zijn weten nu uit ervaring, dat de wegen in geheel Thailand erg goed zijn. Wanneer je een afgelegen dorp wilt bezoeken, moet je wel over een 4x4 beschikken, want deze paden zijn voor een gewone auto slecht begaanbaar.

Loei - Nong Khai (18)Loei - Nong Khai (19)

We nemen willekeurig een onverhard pad in de hoop een dorpje aan te treffen en na een paar kilometer rijden we een dorpje binnen. Kinderen lopen direct met de auto mee en hun ouders staan op een afstandje naar ons te kijken en te zwaaien. Via de zeer nauwe dorpspaden –vaak overwoekerd met struiken en gewassen- komen we bij een open ruimte, een soort dorpspleintje. Een vrouw wenkt ons en schuift twee plastic stoeltjes naar voren. We stappen uit, nemen plaats en proberen een gesprekje aan te knopen. Mevrouw heeft dit direct in de gaten en tovert vanuit het niets een kleed naar voren, wat ze binnen no-time vol heeft liggen met zelfgemaakte tasjes, shawls, armbanden, kettingen, sarongen en nog veel meer.

Fang - Mae Sai (4)Fang - Mae Sai (6)

Een buurvrouw is ook aangeschoven en etaleert ook haar koopwaar. Tja, ook dit hadden we wel kunnen weten, maar hier in de middle-of-nowhere gewoonweg niet verwacht. Ook al is het een piepklein en afgelegen dorpje, –in onze ogen- handel blijft handel. Uit beleefdheid kopen we twee handgemaakte Lahu-tasjes. We willen het liefst wat meer van de manier van leven in het dorp te weten komen, maar een gesprek zit er niet in. Wanneer een derde oudere vrouw ook nog haar koopwaar begint uit te stallen, vinden we het wel prima zo. We geven de kinderen -en opeens zijn er heel veel meer- allemaal een paar ballonnen en rijden het dorp weer uit.

Fang - Mae Sai (8)Fang - Mae Sai (12)Fang - Mae Sai (14)Fang - Mae Sai (15)

We beklimmen via een erg steile route –waar we zonder vierwielaandrijving niet tegenop kunnen rijden- een heuvel naar de Wat Tha Ton. Vanaf hier hebben we een wijds uitzicht over de valleien.

Fang - Mae Sai (21)Fang - Mae Sai (24)Fang - Mae Sai (36)Fang - Mae Sai (42)

Dag 247 - Maandag 1 juli 2013
We gaan vandaag naar de Gouden Driehoek, een gebied dat zich uitstrekt over delen van Thailand, Myanmar en Laos. Het is historisch verbonden met de opium- en heroïnehandel. –vandaar het woord ‘gouden’- Het dorp Sok Ruak ligt exact op het drielandenpunt. Onderweg rijden we langs het House of Opium. We treffen het niet want op maandag, vandaag dus, is het Opiumhuis gesloten. Hier hadden we graag wat meer te weten willen komen over de geschiedenis van de opiumproductie en –handel. Er wordt gezegd, dat de illegale opiumhandel vandaag de dag nog steeds doorgaat in de streek, waardoor geadviseerd wordt om ‘onveilige’ gebieden te mijden.

Het uitzicht over de Mekong bij het drielandenpunt is heel erg mooi en indrukwekkend.

Mae Sai - Phrae (4)Mae Sai - Phrae (3)Mae Sai - Phrae (5)Mae Sai - Phrae (8)

Omdat we een uitzicht op de stad én de Mekong willen hebben, rijden we iets verder naar de Wat Phra That Pha Ngao. Deze witte Pagode staat op een heuvel en heeft uitzicht over de Mekong en haar omgeving. Het is er een oase van rust, we zijn kennelijk één van de weinigen die deze plek weten te vinden.

Mae Sai - Phrae (16)Mae Sai - Phrae (18)Mae Sai - Phrae (13)Mae Sai - Phrae (20)

We lopen om de Pagode heen en stappen de Wat binnen. We worden hier aangesproken door een monnik. We hadden hem nog niet gezien, maar hij ons kennelijk wel. Hij verzoekt ons te gaan zitten, want hij wil ons graag een kop ‘echte’ Thaise koffie aanbieden.

Mae Sai - Phrae (21)Mae Sai - Phrae (22)Mae Sai - Phrae (23)

‘Waarom ook niet’, denken we en gaan voor hem op de grond zitten. Hij spreekt zeer goed Engels en is oprecht geïnteresseerd in ons en onze reis. Hij vindt de manier waarop we reizen fantastisch en binnen enkele minuten hebben we een boeiend en open gesprek met hem. We vragen hem naar zijn geschiedenis als ‘monnik’ en hij beschrijft zijn leven als The good, The bad en The ugly. Zijn uitleg daarbij is heel passend en hij vertelt ons veel over de geschiedenis en de rituelen. Hij heeft in zijn jonge jaren, als The good bij Fokker in Amsterdam‘in de ‘elektronica’ gewerkt. Hij heeft in Las Vegas, als The bad gefeest en gewoond en hij is nu The ugly oude monnik in deze Pagode.

Wanneer er drie vrouwen de tempel binnenkomen zien we dat deze dames drie emmers bij zich hebben. We denken allebei hetzelfde: dit zijn de schoonmaaksters en gaan hun ronde doen. Ze knielen voor de monnik neer en wij schuiven bewust wat naar de achteren. In de emmers zitten o.a. enkele flessen en daardoor denken we nogmaals dat het de schoonmaaksters zijn. De monnik kijkt ons aan en zegt dat hij de offers gaat zegenen. ‘De offers?’, denken wij. Wat blijkt, de emmers bevatten allemaal offers die afgegeven worden aan de monnik. We aanschouwen de ceremonie en de monnik spreekt ons af en toe zelfs in het Engels aan om te vertellen wat hij doet en zegt. Op een gegeven moment wil hij graag dat we aanschuiven naast de dames. Hij wil ons door middel van ‘water purification’ een behouden en veilige reis wensen. We krijgen speciaal van hem een armbandje omgeknoopt. Volgens de gebruiken zorgt de knoop er voor, dat het geluk ‘vastzit’ en op die manier bij ons blijft om voor een behouden en veilige reis te zorgen. Bij het afscheid zegt hij, dat we absoluut geen afscheid mogen nemen. Dit past niet in zijn geloofsovertuiging. We zeggen: ‘See you later!’, steken een hand op en lopen de tempel weer uit.–Een heel bijzondere ervaring-.

Dag 248 - Dinsdag 2 juli 2013
In de laatste week van onze reis door Thailand willen we naar het ‘verlaten’ Mekongdal. Om hier te komen, moeten we vanaf het drielandenpunt nog een lange rit maken naar Loei. We kiezen ervoor niet meer via de B-wegen te reizen, maar waar het kan de Highway te pakken. Het is een volle dag rijden naar het Mekongdal en deze dag maken we dus heel veel kilometers...

Phrae - LoeiPhrae - Loei (3)Phrae - Loei (5)

Dag 249 - Woensdag 3 juli 2013
De Mekong ontspringt in de Tibetaanse Himalaya en loopt met een lengte van dik 2000 kilometer door China, Myanmar en Noord Thailand en vormt de grens met Laos -750 kilometer-. Uiteindelijk mondt hij uit in Vietnam en Cambodja in de Zuid-Chinese Zee. Deze 4025 kilometer lange rivier heeft opvallend rood water. Omdat het Mekongdal op een behoorlijke afstand van Bangkok ligt, is het één van de meest ongerepte streken van Thailand.

Loei - Nong KhaiLoei - Nong Khai (2)Loei - Nong Khai (3)

We rijden de komende dagen de Mekong-dorpenroute . Het is een hele rustige route parallel aan de Mekong. De loop van de rivier is op deze wijze helemaal te volgen.

Er bevinden zich hier nog echte ‘slapende’ dorpen. We hebben het idee dat we er een speld kunnen horen vallen, zo stil is het. Vele dorpen bestaan uit enkel houten huizen vaak gebouwd van teak.

Loei - Nong Khai (6)Loei - Nong Khai (7)Loei - Nong Khai (8)

Ook komen we weer langs de kenmerkende tempels en Wat-complexen waar we veel monniken zien mediteren. De dorpenroute én een vermoeide dag eindigt voor ons vandaag in Nong Khai.

Dag 250 - Donderdag 4 juli 2013
Ten oosten van Nong Khai ligt een openluchtpark met enorme betonnen hindoeïstische en boeddhistische beeldhouwwerken. Wat een gigantische beelden treffen we hier aan. Prachtige beelden van demonen, heiligen en goden staan in dit park. Het beeld van Rahu, de god van de duisternis, is zeker indrukwekkend. Het beeld heeft namelijk een hoogte van meer dan 25 meter en laat een zevenkoppige Naga –slang of draak- en een hele kleine boeddha zien.

Nong Khai - Nakhon Phanon (2)Nong Khai - Nakhon Phanon (5)Nong Khai - Nakhon Phanon (14)Nong Khai - Nakhon Phanon (17)Nong Khai - Nakhon Phanon (23)Nong Khai - Nakhon Phanon (25)

We schreven in onze vorige reisverslagen al eerder, dat we niet eerder iets kunnen beoordelen, dan wanneer we het zelf geprobeerd hebben. Zo ook nu… Op de avondmarkt in Nakhon Phanon worden we aangesproken door één van de vele marktkoopvrouwen. We hebben aan het begin van de markt al diverse kraampjes gezien die allemaal grote schalen hebben, waarin ze hun gebakken of gefrituurde insecten -en weten-wij-veel-wat-nog-niet-allemaal-meer- te koop aanbieden. Deze mevrouw heeft ons in de gaten en laat er geen gras over groeien: wanneer we langs haar kraampje lopen, pakt ze direct één van de schalen waarop de larven, rupsen en coconnen liggen. ‘Taste it, its for free!’, schreeuwt ze ons lachend toe. Op dat moment voelen we honderden ogen op ons gericht en worden we publiekelijk overgehaald om te proeven. ‘Let’s do it’ zeggen we lachend tegen elkaar. Margrethe pakt een rups en slikt deze stoer in één keer door. Martin krijgt een ietwat bolstaande cocon geserveerd en bijt het gefrituurde beestje in delen kapot tussen zijn tanden. Nog stoerder dan Margrethe geeft hij aan dat het best wel goed smaakt. ‘Nog eentje dan?’, roept de dame richting ons. ‘Nou niet overdrijven mevrouwtje, één is eerst wel genoeg’, zeggen we. Er wordt ons nog van alles nageroepen en er wordt hard gelachen wanneer we de dame bedanken voor de lekkernij en ons pad vervolgen. We kijken elkaar slikkend aan en moeten bekennen, dat het toch wel fijn was geweest om met water of wat dan ook even na te spoelen. ‘Weet je wat’, zeggen we tegen elkaar, ‘aan het begin van de markt is een tentje waar ze saté verkopen!’ We lopen snel een rondje en ja hoor, allemaal stokjes saté, tenminste zo lijkt het. ‘Is this chicken?’,vragen we de marktman. ‘Is this Gai?’, het Thaise woord voor kip. ‘Yes’, knikt hij en in vol vertrouwen kopen we een aantal stokjes. Snel proeven dan kunnen we de insecten die voor ons gevoel in onze kelen zijn blijven hangen wel weg krijgen. Gulzig bijten we de kip van de stok… Nee hé, wat is dit… Dit is kippenlever! -en onze monden zijn al zo droog!- We haffelen de hap snel naar binnen, geven onze stokjes lever aan een zwerver en sprinten naar een kraam met waterflesjes. -onze honger is in ieder geval vanavond gestild-

Dag 251 tm 253 - Vrijdag 5 juli tm zondag 7 juli 2013
Om de dag vandaag beter te beginnen, dan we hem gister hebben afgesloten, kopen we lekker veel vers fruit ‘op een stokje’. We rijden langs vele rijstvelden richting Surin en onderweg zien we weer de meest verrassende transporten en schoolbussen. Vanaf Surin is het nog een kleine veertig kilometer naar de Cambodjaanse grens.

Nakhon Phanon - Surin (3)Nakhon Phanon - Surin (6)Nakhon Phanon - Surin (8)Nakhon Phanon - Surin (9)

We willen een paar dagen uitrusten in Surin. We schreven al, dat we ons erg vermoeid en futloos voelen. We hebben een aantal rustdagen nodig, wat voor ons betekent ‘even niet met de auto rijden’, maar de ‘eigen en inwendige’ accu weer goed opladen.

We moeten nog een aantal voorbereidingen treffen voor de reis door Cambodja en Surin is de laatste grote stad voor de grens met Cambodja. Na een aantal dagen voelen we ons weer een stuk fitter!

We hebben een fantastische reis door Thailand gemaakt. Veel gezien en beleefd. We zijn weer reisvaardig en zijn erg benieuwd naar de wereld van en de geschiedenis over de rode Khmer en Angkor, ons volgende avontuur.

Nong Khai - Nakhon Phanon (22)
 

2 Reacties

  1. Gepke Laverman:
    22 juli 2013
    Dag lieve Martin en Margrethe,

    Wat weer een bijzonder reisverhaal en foto's, wat een inzet van jullie kant om ons mee te laten reizen en genieten, veel dank daarvoor.
    Indrukwekkend in de Mekong-valley te zijn geweest en die immense rivier met zijn rode water weer tegen te komen in Cambodja en Vietnam.
    Dapper hoor het eten van rupsen en ander gefrituurd vleeswaar, als je dan inmiddels geen wereldburger bent geworden!!

    Behouden en veilige reis verder en denk om jullie gezondheid.
    Morgen je verjaardag Martin, hoop dat er ontvangst is voor Skype.
    Veel liefs en kus, Mem.
  2. Janine:
    22 juli 2013
    Door de donder en bliksem reden wij vanavond van Grenoble naar Le Bourg-d'Oisans. Mega veel slakken op de weg, hebben ze laten gaan. Zullen de volgende keer aan jullie denken. Jullie alleseters! En by the way, heb liever een rare "bril" op dan die ringen om mijn nek. Sjakkie T en Huub trotseren de berg van de buitencategorie en Huub wil op herhaling. De bikkel. Hier geen gedoe met kettingzagen en rode vlaggen. Hopelijk ook niet als Bernice en ik gaan voor de promenade dans la pony. Hier wel genoeg gekken in veel gekleurde outfits gezien. Iets met Tour de France?! Succes met het vervolg van jullie reis! Fijne verjaardag Martin! Bon journee! Jacques, Janine, Bernice en Huub